archief
evameijer.nl

 

 

30 september

Gould Lake








Misschien is een wandeling net zoiets als een gesprek, met vaste elementen (woorden, stiltes, bomen) en losse (andere woorden, stiltes, vogels). Misschien spraken we niet alleen over maar ook met het landschap. Misschien luisterden we niet goed genoeg, misschien wel.

 

 

29 september

Groovy tiep

 

 

28 september

In een andere taal

We praten hier veel over taal. En over communicatie, relatie, begrip, en de grenzen van al die dingen. We praten ook veel over grenzen in het algemeen - geografische, politieke. De kat van het huis komt af en toe mijn kamer in. Eerst wilde hij niks met me te maken hebben, nu komt hij buurten. Jammer genoeg steeds maar kort. Het schijnt dat hier een groundhog, een bosmarmot, in de tuin woont maar die heb ik nog niet gezien. Het filosofiecolloquium was zeer goed bezocht (een best grote volle zaal - dat heb ik in Europa nog niet meegemaakt op colloquia, die zijn vaak kleiner van opzet) en dat Sue en Will hier rondlopen was te merken. Mensen zijn gewend aan het denken over dieren en stellen respectvolle vragen. Na afloop was er een borrel in het University House, en daarna gingen we uit eten, Indiaas. Er waren oude vrienden en een nieuwe. Vanochtend was de tweede lezing, gevolgd door discussie, met de mensen die deel uit maken van de Kingston Interspecies Community Working Group en belangstellenden. Er was gelukkig ook een hond bij, en die hoorde weer bij een Nederlandse mens. Hij vond het fijn dat eindelijk iemand Nederlands tegen hem sprak, zei ze, ook al zal hij ondertussen wel tweetalig zijn.

Mijn dromen zijn weer in het Engels, inclusief gesprekken met native speakers die me heel welbespraakt toespreken, en mijn eigen gezoek naar de juiste woorden. Blijkbaar liggen die ergens, aangezien ik ook de native speakers droom, maar misschien nog te ver weg.

 

 

27 september

Het is jammer dat ik hier geen geur kan toevoegen

 

 

26 september

Nations

Vandaag regent het in Kingston. Mijn airbnb-verblijf heeft een erker, ik werd wakker van het getik van de druppels op het raam. Ik lees Islands of decolonial love en As we have always done van Leann Betasamosoke Simpson, een indigenous academicus en schrijver. Op elk punt in Canada vind je verschillende landen: dat van de Britse settlers, en tegelijk dat van de oorspronkelijke bewoners, verschillende volkeren of naties. Het is met mijn bezoeken aan de universiteit, de winkelstraat, en op wandelingen makkelijk om in de eerste variant te blijven hangen, Simpson laat die andere laag zien. Niet alleen de verwoestingen die de Europese indringers hebben aangericht (die nu nog doorwerken), maar ook de andere kennissystemen en manieren van omgaan met elkaar en de natuurlijke wereld, waar het Westen zoveel van kan leren. Het is een door en door relationele ethiek en manier van in de wereld zijn, gebaseerd op respect voor de spirits in alle wezens (in plaats van overheersing en een hierarchische opvatting van macht), voor de animal nations en plant nations net zo goed als voor de andere menselijke gemeenschappen. Maar goed, ik ben nog aan het leren, als je benieuwd bent is haar werk een goede ingang. Ondertussen is de eekhoorn op de schutting in woede ontstoken, haar of zijn staart steekt recht achteruit en hij of zij roept in een ratelende opeenvolging verwensingen naar een vijand die ik niet kan zien en die zich waarschijnlijk in het struikgewas schuil houdt.

 

 

25 september

Meerbomen









 

 

24 september

Het meer op de berg

Prince Edward County is een soort Canadees Waddeneiland - groter en ruiger dan de Wadden, maar lieflijker en compacter dan het vasteland van Ontario, dat tamelijk eindeloos is. We namen de ferry (een minuut of zeven) - het is een schiereiland dat met een puntje aan de rest van het land vastzit, en er zijn ook bruggen, maar vanaf Kingston is dit het snelst. Vanaf de berg aan de voorkant van het eiland kun je het vasteland aan de overkant overzien, en er is een meer, toepasselijk Lake on the Mountain genaamd. Dat meer is een heilige plek voor de oorspronkelijke bewoners. Het is een wonder, niemand begrijpt waarom het vol blijft: er stroomt water uit maar niet in, en genoeg regen valt er niet. Wij reden door naar het farmhouse van S en W, een stuk verderop in het binnenland.

Logeerhond Luna was ook mee

Terwijl zij aan de slag gingen met de vijver nam ik de fiets naar het water. Er was bijna niemand te bekennen - een paar haviken, een groep schapen, twee keer een man op een tractor. Ik liep langs het strand, op de terugweg sloeg ik een paar keer een zijweg in om te kijken wat daar was. Het deed me denken aan vroeger, zomaar rondfietsen zonder plan, uit nieuwsgierigheid. Er wonen redelijk veel Nederlanders op PEC - ik zag wat vlaggen, herkende wat namen. W vertelde dat een vriend van hem, een socioloog, onderzoek doet naar een deel van Canada waar in de jaren vijftig een grote groep Nederlanders is neergestreken. Ze zijn heel conservatief, hij noemt dat gebied the heart of darkness. Het farmhouse is overigens heel lieflijk, met vogels op de houten vloeren geschilderd, en al lang in S's familie. Er is zoveel wereld, wil ik maar zeggen, in het groot en in het klein.

 

 

23 september

Cornell

 

 

 

22 september

Duizend eilanden

De Thousand Islands, een archipel op de grens van Canada en Amerika, ontstond toen een reus een grote hand met keien in het water gooide, vertelde S. Het is een sprookjesachtig gebied - beboste eilanden die inderdaad in het water geworpen lijken, en de op de auto's die over de snelweg rijden na geen menselijke activiteit te bekennen. We waren op de terugweg van Farm Sanctuary in upstate New York. De nacht ervoor hadden we gelogeerd bij vrienden van haar in Ithaca, academici van wie er een dit jaar fellow aan de Cornell University is. Het huis was oud en statig en blauw, met een voorkamer met een vleugel, vogelbehang, een veranda en een enorme bostuin waar de herten regelmatig komen buurten. Wasberen eten 's nachts de druiven op. Ik sliep in de kamer helemaal bovenin, met een driehoekig raam en een geborduurde quilt op het bed. We gingen uit eten in het oudste vega restaurant van Ithaca, bezochten de waterval, en wandelden over de campus (Cornell is erg mooi).

Het bezoek aan de Farm Sanctuary in NY was heel anders dan het bezoek van dinsdag aan Forever MicroRanch. Het was een Disney-achtige geredde dierenboerderij met veel gebouwen, alles van elkaar gescheiden door hekken, en alles gericht op mensen veganistisch maken (een nobel streven natuurlijk, dat wel). We gingen mee met een rondleiding, die vooral ging over de verschrikkingen van de bio-industrie, terwijl we kennismaakten met de dieren. Die krijgen op zaterdag en zondag elk uur een groep op bezoek en hadden weinig zin in interactie. De koeien keerden hun rug naar ons toe, de varkens die in het stro lagen hielden hun ogen dicht. Dat was wel grappig. In een van de artikelen die ik aan het schrijven ben vergelijk ik dit model van sanctuary met het model dat meer gericht is op het vormen van nieuwe relaties, dus het was goed om daar te zijn.

Verder aten we een Beyond burger (ik heb niet zoveel met de hamburgersmaak, maar er is vast een doelgroep voor), reden we door een prachtig gebied (bergen, bossen, meren), en namen we het leven door. Terug in Kingston maakte ik nog een wandeling terwijl de zon onderging. Het rook naar herfst, maar een ander soort herfst dan in Nederland, kruidiger, wilder.

 

 

21 september

Tussen haakjes

Gisteren woonde ik een presentatie bij over het Women in Parenthesis project. De filosofen Elizabeth Anscombe, Philippa Foot, Mary Midgley en Iris Murdoch studeerden tegelijk in Oxford. Toen de oorlog uitbrak, verdwenen hun mannelijke collega's naar het front, en kregen deze vrouwen de kans door te breken als filosoof (dat is althans Midgleys verklaring voor hun succes - zij leeft als enige nog, ze is nu 99 en still going strong). Deze vrouwen zagen elkaar niet alleen vaak, ze beïnvloedden ook elkaars werk sterk, zodanig dat er van een school gesproken kan worden (een navolger is bijvoorbeeld Cora Diamond). Dat is althans wat de mensen achter het project betogen. Ze hebben een mooie website waarop je meer kunt lezen, hier. Het spoorde mij in ieder geval aan om het werk van deze vrouwen opnieuw te lezen.

 

 

20 september

Bezoek 1

Dinsdag ging ik met een groepje onderzoekers (naar nieuwe manieren van politiek samenleven met andere dieren) naar de Forever MicroRanch, een meersoortige gemeenschap op ongeveer een uur rijden van Kingston. W had een enorme auto gehuurd die uit zichzelf de ramen op een kinderslot deed. Naast W en S waren er drie PhD-studenten mee. Die zaten als kinderen op de twee achterbanken, ik sloot aan. Onderweg werd ik bijgepraat over eerdere bezoeken. Mensen A en J zoeken naar een andere manier van samenleven met de geredde boerderijdieren, op basis van wederzijds vertrouwen en vrijheid, beslissingen worden gemaakt in samenspraak. Buiten trok de beboomde wereld voorbij.
Bij aankomst werden we begroet door de katten. Die leken echt blij een aantal mensen terug te zien, en gingen braaf iedereen langs. Buiten het hek, op het gras voor het huis, lag trouwens een witte eend; die kan niet lopen en ligt daar overdag zodat hij lekker kan kijken. Hij heeft een bruine kip als vriendin. Die heeft ook problemen met lopen. En de nieuwe haan zit vaak bij ze. Binnen het hek ging het begroeten door: de mensen, de varkens, de honden, en later kwam de witte gans met zijn dito eendenvriend me helemaal beknabbelen. Dat was best indringend. Ik keek maar een beetje de andere kant op. Het is heel lief van ze dat ze zo aardig tegen me waren, want de meesten hebben toch echt slechte ervaringen met mensen. De onderzoekers gingen her en der op het terrein zitten met hun opschrijfboeken, hun houding laag en stem zacht; de dieren kwamen vaak bij ze, en na een tijdje ook bij mij. De kippen bleven een beetje op zichzelf, op Henriette na, die graag op 's mensens schouders zit. Zo ging de dag dromerig voorbij: het tempo is er anders, tijd zit meer in rustige dingen, zoals grazen of op je zij liggen in het gras. Het is er paradijselijk, maar de plek heeft ook iets kwetsbaars. Voor mijn gevoel gingen we veel te vroeg weg. 'We weten eigenlijk ook nog niet precies wat we daar doen,' zei S toen we in de auto terug zaten. 'Maar we vinden het wel heel leuk.'

 

 

19 september

Peter

J. vertelde dat de dieren in de sanctuary die we bezochten (waar de onderzoekers van Queen's University met wie ik meeloop onderzoek doen) altijd heel moe zijn als er mensen bij ze op bezoek zijn geweest. Vooral de varkens slapen daarna lang en diep.

 

 

18 september

Ochtendgeluiden in Kingston

Krekels
Onbekende vogels: meeuwachtigen, een kort fluitje dat op dat van een conducteur lijkt, maar voller (boller, als van een grote duif)
De kat van het huis miauwt voor de deur (maar kijkt beledigd en wil niet naar binnen als hij ziet dat ik opendoe, een vreemde mens, en niet zijn eigen bekende mens)
Meer krekels
Geritsel onder het stoepje naar mijn kamer
Een auto die langsrijdt

 

 

18 september

In Toronto houden ze van honden

 

 

17 september

De reizen die we ondernamen, de gedachten die we erbij hadden

De heuvels bedoel ik, het land dat land opvolgt; de vachten van de honden onder mijn handen, onder de jouwe, en daarin de tijd (want alles gaat voorbij en zeker zij); er is hier een hemel die van kleur verandert met de tijd van de dag.

 

 

17 september

Toronto III

 

 

17 september

Toronto II

 

 

17 september

Toronto

 

 

16 september

Toevluchtsoorden

Straks vlieg ik naar Canada. Daar ga ik twee zogeheten animal sanctuaries bezoeken - plekken waar geredde boerderijdieren leven - en twee lezingen geven. Ik vlieg met een Indiase maatschappij, en veel mensen op de vlucht zijn Indiaas. Wachthoudingen zijn cultureel bepaald. In een groot, hoekig aquarium op de gang zwemmen vissen rond. Tropische vissen, een soort heeft heel grote ogen. Ze wachten ook, en terwijl ze wachten zwemmen ze. Niet rond, maar van de ene naar de andere kant, in minder dan tien seconden zijn ze er al, en dan gaan ze weer terug.
In de stukken die ik lees over sanctuaries - oftewel toevluchtsoorden - voor mensen komt het recht op mobiliteit veel naar voren. Het recht om te ontsnappen aan een gevaarlijke of slechte situatie, om ergens te verblijven, om terug te keren. In toevluchtsoorden worden die gerespecteerd, ook wanneer de regering (denk aan Trump, maar ook aan We are here) dat niet doet. Er zijn veel nieuwe toevluchtsoorden in het geval van mensen, omdat immigratiewetgeving op veel plekken strenger is geworden, en in reactie op vluchtelingencrises. Dat kunnen allerlei plekken zijn: bibliotheken, steden (veel Engelse en Amerikaanse steden zijn City of Sanctuary), het openbaar vervoer in San Francisco, of universiteiten. In Nederland zie je dit soort plekken nog niet zo vaak.
Het onderzoek dat ik ga doen vergelijkt nieuwe sanctuarypraktijken - soms zijn dat letterlijke toevluchtsoorden, soms netwerken van mensen die anderen ondersteunen - in het geval van mensen en dieren. Ik ben vooral geïnteresseerd in hoe dit soort praktijken zich verhouden tot de politieke gemeenschap, hoe ze als opstap (kunnen) dienen naar lidmaatschap van die politieke gemeenschap, en hoe de stem van de mensen en dieren daarin zelf centraal staat. Ik zal er de komende tijd hier af en toe over schrijven.

 

 

15 september

Bijna buitenaards

 

 

14 september

Overzees

De 27e geef ik een lezing in Kingston, Canada - ben je in de buurt, kom vooral langs!

 

 

13 september

Zielig

 

 

12 september

Dichtbij

Een toerist vroeg me net waar de dichtstbijzijnde McDonalds was. 'Oh you shouldn't go to McDonalds,' zei ik vol afschuw. 'They kill and eat animals.' Daar schrok ze wel een beetje van.

 

 

11 september

In elke wereld ligt een andere wereld

 

 

10 september

Lekker weekendje

'Lekker weekendje gehad?'
'Borreltjes gedronken, happie gegeten, meer borreltjes gedronken, je kent het wel. Lekker weekendje.'
De eerste jongen zwijgt. Hij kent het misschien niet en schaamt zich daarvoor. 'Je was er vrijdag niet hè?'
Nee, de tweede jongen was er niet, het was laat geworden op werk en hij wil wel in het ritme komen maar dat komt dan deze week. De eerste jongen vertelt dat het over kwalitatief en kwantitatief onderzoek ging, saai. 'Maar misschien vind jij dat wel heel interessant.' De tweede jongen geeft geen antwoord. Hij denkt aan borreltjes en happies. Bij de Verrijn Stuartweg stappen ze uit.

 

 

9 september

Hondenfoto

In een Belgische kringloopwinkel vond ik deze foto, die me ontroerde. Ik heb hem maar gekocht, voor 25 cent, omdat ik het anders zielig vond. Iemand hield heel veel van deze hond.

 

 

8 september

Zoo monkeys beat up burglar, leave him with multiple injuries and prison sentence

Een Nieuw-Zeelandse dierentuinapengemeenschap in de Wellington Zoo las een indringer een lesje. Lees het hele verhaal hier.

 

 

7 september

De andere burcht op het landje van de hondenschool

 

 

6 september

Debat

Gisteren onweerde het een groot deel van de dag. Omdat Olli dan heel bang is, had ik de radio aan - dat helpt bij de zachte donder allicht iets. Dat viel niet mee. De dag stond in het teken van het debat met minister Blok, die van de zomer had gezegd dat hij geen voorbeelden kent van staten waarin verschillende groepen vreedzaam samenleven. Terecht werd her en der geantwoord dat Nederland zo'n staat is, maar daar gaat het nu niet over. Wat me verbaasde - en ik bedoel gebruik het woord verbazing hier in de normatieve betekenis - was het totale gebrek aan kennis, en het koketteren met dat gebrek, dat tentoongespreid werd. Er is in de afgelopen jaren, zeg maar decennia, namelijk best veel gedacht en geschreven over multiculturalisme. Het zou bewindspersonen - zeker degenen die beleid vormen - sieren om zich daarin te verdiepen. Anders blijft het bij meningen, zoals degenen aan de meeste rechtse kant van het spectrum zo graag willen. Op een gegeven moment heb ik mijn oordoppen maar in gedaan.

 

 

5 september

Sappig en toegankelijk

 

 

4 september

Deze boom werd aan het begin van de zomer gekapt maar laat zich niet kisten

 

 

3 september

Vooruitgang deel zoveel

Na reisdagen lijkt het altijd alsof de kilometers nog in mijn lichaam liggen, eruit gelopen moeten worden. Auto's en treinen gaan veel te snel. Vandaag was ik ter kennismaking in Wageningen, waar ik een postdoc positie heb in een onderzoeksproject over dieren in het Antropoceen. Postdoc houdt in dat ik onderzoek doe (onderzoek doen is lezen en artikelen schrijven), er zit geen lesgeven bij. Op de buitenkant van het gebouw stond met grote letters LIFE, waar ik erg om moest lachen. DEATH staat misschien verderop. Tijdens het arbeidsvoorwaardengesprek ging er een wereld aan regelingen, websites en teambuilding voor me open. Ik hoop dat ik daar verder weinig mee hoef. Ik heb ook nog geluncht met mijn nieuwe collega's en zit op de kamer met dezelfde Eva bij wie ik in Amsterdam ook op de kamer zat dus dat is heel gezellig. En buiten liggen de bossen. Volgende keer neem ik de honden mee (die mogen alleen niet naar binnen.)

 

 

2 september

Het einde van een lange nacht

 

 

1 september

Moderne aanbidding

 

 

1 september

Stoke Newington en andere plaatsen

De trein van Brussel naar Rotterdam gaat net rijden - steden volgen elkaar de laatste tijd op als gedachten, achteloos. In de Eurostar zat ik schuin tegenover dezelfde man en drie kinderen waar ik gistermiddag in een café in Londen naast zat. Ik logeerde de afgelopen dagen in Stoke Newington bij een oude vriendin, en daarvandaan nam ik bus 73 de stad in. 'De stad' betekent de radiostudio van de BBC in een vertakking van Regent Street, waar ik 's ochtends en 's avonds moest zijn. De persdame van de Engelse uitgever was opgewonden over de interviews - meer dan ik, ik doe gewoon wat ik moet doen en maak me niet druk - en ze was aardig, zonder het vernis dat sommige Engelse kenmerkt. De interviewers waren trouwens ook aardig, open. En het was goed om eens met de bus te gaan, de stad van boven te zien in plaats van onder de grond door te schieten. Stoke Newington is heel leuk geworden. Alle cafés hebben bakken water voor honden op de stoep staan en overal doen mensen dingen voor de gemeenschap, er is veel tweedehands en zijn veel markten. Gisteravond aten we heel goed Indiaas in een roze vegetarisch restaurant en vanochtend dronken we (of eigenlijk ik, E dronk een smoothie) koffie in een café dat ook tweedehands poëzieboeken verkocht. Het was een nieuw café, mensen doen na wat ze kennen, of denken te kennen. Ze hadden er ook vegan tosti's en croissants. Vegan is sowieso een kreet die je overal aantreft, dat is toch een vorm van vooruitgang. Het schijnt trouwens dat de tijd langzamer gaat als je sneller beweegt, maar zo voelt het niet: het voelt als sneller en langzamer tegelijk. Sneller omdat de omgeving nieuw is en er geen bekende punten zijn om de tijd aan af te meten, langzamer omdat je in de tijd naast de tijd terecht komt, de open ruimte tussen vertrek en terugkomst. Maar ik ben al bijna weer terug, en als ik thuis ben zal het lijken alsof ik nauwelijks weg geweest ben.