PLAKBOEK

 

Poëzie en De Werkelijkheid

Ik maak veel lijstjes. Lijstjes met wat ik nog moet doen, met boodschappen en met liedjes, met dingen die ik zou willen of met mooie woorden. Het leek me een goed idee om deze lijstjes in de stad te verspreiden op plekken waar je normaal gesproken boodschappenlijstjes vindt. In boodschappenmandjes in de winkel en boodschappenkarretjes in de supermarkt. Of gewoon op straat.
De mensen vonden het maar raar. Er werd naar me gekeken alsof ik een winkeldief was, maar dat was ik niet, ik was een omgekeerde winkeldief, die dingen geeft in plaats van meeneemt. Blijkbaar is geven net zo verdacht als meenemen.
Ik heb er trouwens twee zelf gehouden, die waren te persoonlijk.
Toen ik bij de Hema in de Grote Marktstraat een foto wilde maken van een boodschappenlijstjegedicht op een kapotte stoel, ging er een vreemde man met een sjaal van verband op die stoel zitten. Hij zei: ‘Je denkt zeker dat ik heel oud ben, dat ik op deze stoel ga zitten. Wil je deze stoel hebben? Nou heb ik het zeker verpest.’ Ik zei dat het wel goed was, dat ik alleen een foto van de stoel had willen maken, en pakte mijn fiets, en toen zei hij:’ Als je zo’n fiets hebt dan ben je heel oud, zeker vijfenveertig.’
En dat was eigenlijk een levend gedicht, en ik was de enige die het meemaakte.

   
       
 

ik hou van lijstjes
lijstjes geven mijn leven vorm

   
 

de Hema

   
 

een worm heeft tien harten

   
 

more life

   
 

de weg

   
 

de weg deel twee

   
 

vogels

   
 

vogels deel twee

   
 

vroeger