archief
evameijer.nl

 

 

31 mei

Ghost tree

 

 

30 mei

Rozenplantje

Ooit had ik een rozenplantje dat het heel goed deed. Ik gaf het cadeau aan iemand die ik toen veel zag, en daarna helemaal niet meer. We zagen elkaar laatst en besloten elkaar niet te zien. Het was omdat het plantje dan in een tuin kon staan, maar ik heb er altijd spijt van gehad, soms nog. Zo gaf ik vroeger geliefden vaak mijn mooiste truien. Het is natuurlijk goed om alles weg te geven en niets over te houden, het punt is alleen dat je nooit weet of je dingen aan de goede geeft. Maar misschien is er niet zoiets als goed of minder goed in het weggeven, omdat nooit vaststaat hoe dingen terecht komen.

 

 

29 mei

Omkijken

Langs je jongere zelf fietsen, niet omkijken om te zien of je het echt bent, bedenken wat je zou willen zeggen, en waarom dat niet uit zou maken.

 

 

28 mei

Beschrijving van een ervaring

Het is een oud gevoel, dat er voor mij al was en na mij dus waarschijnlijk ook nog zal zijn - vaalbruin, heuvelachtig, meanderend, niet iets dat uit mij komt maar iets waar ik in verzeild raak, van tijd tot tijd, waar ik maar niet aan kan wennen.

 

 

27 mei

De apenmaffia

Bij de Uluwatu tempel in Indonesië stelen makaken spulletjes van toeristen die ze terugverkopen voor snacks.

 

 

26 mei

Hoorns tuinorkest

 

 

25 mei

Hemelvaartsdag


We reden met de auto naar Hoorn, de honden achterin, ik heb de laatste jaren weinig gereden en moet weer oefenen, het is een ander soort beweging dan rennen of lopen, een ander soort vrijheid.



Later liepen we een rondje, mijn moeder ging met Olli terug over de Vest, Doris en ik liepen door naar het IJsselmeer - meer oefenen, mijn moeder vertelde dat ze op een bankje hadden gezeten. Licht viel tussen bladeren en bomen, stenen en steigers, licht is net zo iets als tijd, aanwezig en niet vast te houden.

Toen wij later in de tuin zaten, probeerde Olli het rek met fruit en groente omver te gooien (ik denk dat hij op de appels uit was, of de tomaten). We dachten dat het mijn vader was, luid in de keuken bezig. Later speelden de honden buiten op het kleed. In de bloemen zoemden bijen. Eerder vloog er steeds een helicopter over. Mijn moeder had er last van tot ze wist dat het was om geld in te zamelen voor een inloophuis voor mensen met kanker. Het verleden kwam ook steeds langs, in de vorm van mensen die ze tegen waren gekomen en foto's en gewoon, door alles wat in het huis en in de spullen besloten ligt.

 

 

24 mei

Very nice

Nederlander tegen toeristen in de tram: 'Are you going to the Heineken experience? It's a very nice experience.'

 

 

23 mei

Vanochtend was alles nog groen

 

 

22 mei

Eindes en beginnen

Mijn proefschrift is af - dat wil zeggen: de tekst is wat mij betreft af, maar mijn promotoren lezen het nog een laatste keer (en hebben misschien dingetjes), en de opmaak en dergelijke moet nog. Ook moeten er nog praktische dingen - uitnodigen, reserveren, drukken, mailen. Het is geen opluchting, dat het af is, en ook niet verdrietig, het is gewoon weer een bouwwerk dat zich bij de rest voegt. Wel een groot bouwwerk, dit keer, met veel kamertjes en deurtjes die naar gangen leiden die weer naar andere kamertjes leiden. Straks mag iedereen het zien.

 

 

21 mei

Fragment III

Het is natuurlijk nooit volkomen duidelijk waar de dag begint en waar de dag; het is alleen zeker dat er altijd een moment komt waarop het volkomen duidelijk is. Nu is het dag. Nu is het nacht. (Nu is het de leegste nacht, de heetste nacht, de laatste, laagste, lachende nacht, de langste nacht, de uiteindelijke.)

 

 

20 mei

Passie

 

 

19 mei

Boze vogels

In Amsterdam West en de Rivierenbuurt gooien kauwen met stenen naar auto's wanneer die te dicht bij hun nesten geparkeerd staan. In Woudenberg waarschuwt de politie voor buizerds die mensen aanvallen, waarschijnlijk ook omdat ze daar hun nesten hebben.

 

 

18 mei

De wereld is zo groot

 

 

17 mei

Fragment II

'Ik ben nu in een blokhut bij een meer, in de buurt van het huis van mijn ouders. Het is middernacht maar nog steeds licht buiten. De honden snurken op de vloer, ze ruiken naar mos en gras en dromen. Ik ga zo naar buiten om een sigaret te roken en naar de vogels te luisteren die soms ineens een vreemd lied aanheffen - al die andere werelden. Hoe is het verder met je? Je kunt me altijd schrijven, zoveel als je wil.'

 

 

16 mei

Fragment

'Ik heb vanmiddag bosbessen geplukt met mijn moeder. Mijn vingers zijn nog rood – of heet dat purper? Het wordt maar geen zomer hier. Het lengende licht is mistig, grijs, motgeregend, kapot geregend. Voel je je nog afgeleid? Afgeleid zijn is vaak een teken dat je iets moet veranderen in je leven. Is er iets wat je zou willen veranderen?'

 

 

15 mei

Probeer de stilte te beschermen (al is het maar voor even)

Drie, twee, een:

 

 

14 mei

Die andere wereld

Vandaag is het drie jaar geleden dat Pika doodging. Ze is minder dichtbij dan ze was, ik ben verder gegaan en zij is er niet meer om me te vergezellen, maar ze is ook nog hier, heel vlakbij. In het proefschrift dat zo'n beetje af is en in Olli, in mijn gedachten, het weefsel waar mijn leven uit bestaat. Niet voor of achter me trouwens, maar altijd naast me. Niemand is ooit ver weg natuurlijk, maar het niet meer kunnen aanraken blijft dingen soms in stukjes breken. Dingen: de wereld dus, en mij.

 

 

13 mei

Framing the sky

 

 

12 mei

Vrouw achter me in de trein

'Je moet eerst het kopje eraf snijden bij het bruine randje.' (...) 'Je moet ook de pootjes eraf snijden.' (...) 'Misschien wil je ook een uitje fijn snijden. En in het midden zit een hard hartje maar dat kom je vanzelf tegen.'

 

 

11 mei

Een kleine wandeling door het einde van een avond

Warme late lucht, een voorbode van zomer, strepen koude lucht, smalle vleugen wind, stemmen van mensen in cafés, een film, voetbal, een blaffende hond, licht uit huizen, straatlantaarns, en niemand op straat, alleen wij als een wezen in drieën, voetstappen - niemand ziet en voelt dit hier nu, niemand let erop, terwijl hier toch van alles gebeurt, of gewoon alles.

 

 

10 mei

I offered to carry you

 

 

9 mei

Vera's foodblog

Eten, struinen en meer.

 

 

8 mei

Schors

Ik houd erg van het reizen met de trein, omdat beweging en tijd daar in elkaar verstrengeld raken: het uitzicht geeft de snelheid aan. Ik kan de tijd zien verstrijken als ik naar buiten kijk; in het kijken kun je zelf verdwijnen. De bomen langs het spoor zwaaien, staan daar altijd al, weten misschien veel meer over stilstand en eeuwigheid dan ik (een eeuwigheid: als er heel lang weinig gebeurt).

 

 

7 mei

Dromen

Volgens Aristoteles is tijd niet los te zien van beweging (er is volgens hem altijd beweging en er zal altijd beweging bestaan); het is het meetbare aspect ervan. Hij schrijft dat de tijd waarneembaar is in samenhang met de beweging, maar als de ziel de teller is van het getelde aan de beweging dan is er zonder teller geen tijd. Dit verwijst naar twee ideeën over tijd die zowel in de filosofie als in de gewone menselijke ervaring bestaan, en die tegengesteld lijken maar toch vaak samen voorkomen. Tijd wordt aan de ene kant gezien als iets dat zich los van de mens voortbeweegt, een lineaire reeks nu-momenten die zich van verleden via het heden naar de toekomst beweegt en onomkeerbaar is. Aan de andere kant wordt tijd gezien als een eigenschap van het subject; zonder de ziel als teller zou er geen tijd zijn. Een uiting hiervan is dat wachten lang duurt. Aristoteles schrijft ook dat wat de planten van de dieren onderscheidt is dat ze niet slapen en niet dromen.

 

 

6 mei

Nachtwakers

Bij de Romeinen was de lengte van een uur afhankelijk van het seizoen: het deel van de dag dat het licht was werd in twaalven gedeeld. Alleen tijdens de equinox waren de uren even lang. Rond 21 juni duurde een uur vijf kwartier, en rond 21 december ongeveer drie kwartier. De nachten waren nog minder precies, die werden in vier gelijke tijdsvakken ingedeeld, de nachtwakers. Middernacht was het midden van het donker.

 

 

5 mei

Zwaar

Een buurman die verderop woont liep met een vuilniszak langs mijn huis. Ik sprak Doris streng toe zodat ze niet zou grommen. 'Een heel werk,' zei de man. Ik wist niet of hij het over het vuilnis had, over het opvoeden van honden, of over het leven in het algemeen. 'Zeker,' zei ik, en we gingen ieder ons weegs.

 

 

4 mei

Hoop houden

 

 

3 mei

Klein, kleiner

1. Ik zag een vreemde lopen en hoopte dat ze gelukkig was.
2. In de muur zat een hommel, het huis zoemde.
3. Ik heb eens een droom gehad waarin ik me volkomen veilig voelde. Een leeuw draaide zich om me heen en begon te spinnen.
4. De regen in mijn tuin is zomers; bladeren vormen weer een dak en bodem.

 

 

2 mei

Bij de dieren horen

Vanavond leid ik de film Grizzly Man van Werner Herzog in met een lezing over relaties tussen mensen en andere dieren. Mochten mensen die willen lezen: stuur een mail, dan stuur ik hem op.

 

 

1 mei

Daar komen ze, schoorvoetend, toch nieuwsgierig