archief
evameijer.nl

 

 

31 maart

Uitzicht

1. Aan alle bomen op de begraafplaats hangen vogelhuisjes.
2. 'Ik heb vandaag zulke erge dingen gezien,' zei mijn vader. 'Wat dan?' 'Een man met een heel klein wit hoofd en heel grote paarse oren.' Hij voegde eraan toe dat je altijd zoveel ziet als je goed kijkt.
3. In Zuid Flevoland ligt een kunstwerk van Marinus Boezem, De groene kathedraal, waarin de plattegrond van de Kathedraal van Reims op ware grootte nagemaakt is met populieren als wanden, en stenen paadjes van boom naar boom. Even verderop ligt het negatief, dezelfde vorm als gras omzoomd eiken- en beukenhagen. Onder het gebied liggen scheepswrakken, die ze niet naar boven kunnen krijgen zonder ze kapot te maken en daarom laten liggen; er staan paaltjes waar de wrakken liggen. De honden renden door de kathedraal, behalve Olli, die liep rustig, en de zon liet alle kleuren van de populieren zien - het grijs en blauw en bruin en groen, met maar kleine verschillen tussen die woorden. Toen we even stonden te praten bij het kanaal vlogen er twee zwanen over, hun vleugelslag luid, een bijna mechanische klank, hun buiken zacht en wit.

 

 

30 maart

Hiding lake

 

 

29 maart

Bewegende gedachten

Ik las dat spinnen met hun web denken. Octopussen denken met hun armen. Groepsdieren denken (ook) als groep en ik ben een groepsdier - ik mis nog steeds het lichaam van de kat die bij me hoorde, bij wie ik hoorde, als ik in bed lig en als ik op de bank zit in het zonder hem. Maar ik denk misschien vooral met mijn werk (als dat zich stoot deins ik dus terug) en mijn werk denkt door mij, dat kan niet anders. Als ik hardloop lezen mijn voeten de grond, als ik jouw hand pak leest mijn huid de jouwe (warmte, kou, wrijving, je gedachten). Kijken kan ook samenvallen met denken, net als pianospelen. Schrijven gaat vaak aan het denken vooraf; woorden zijn altijd bij benadering.

 

 

28 maart

Oranjewoud



Oranjewoud bestaat uit verschillende aan elkaar geregen landgoederen, met steeds ander landschap - recht en dan weer kronkelig. We dronken koffie op een terras waar een man zat met een toupet in een andere kleur dan het haar eronder, en een club mensen die allemaal de citroenkwark met slagroom namen. Hun gezichten leken op elkaar, L vergeleek ze met flespompoenen. Verder hoorden we steeds spechten, in een veld zagen we een ree.

 

 

27 maart

Ochtend in Sintjohannesga

 

 

26 maart

Puntje puntje rosea

Ik heb een zeldzame ziekte die geen kwaad kan en waar je rood gespikkeld van raakt. Wie maakt dat nou mee, zo rood gespikkeld raken. Het jeukt een beetje en gaat vanzelf weer over. 'O, je hebt het overal,' zei de huisarts, op een toon die misschien aanmoedigend bedoeld was maar bewonderend klonk. 'Ga maar zitten,' zei ze niet snel daarna. 'Dan leg ik je uit wat ik denk dat het is.'

 

 

25 maart

De wolkenatlas

In de nieuwe wolkenatlas staan twaalf nieuwe soorten wolken. Het is voor het eerst in veertig jaar dat er nieuwe wolkensoorten zijn toegevoegd aan het standaardwerk. Je kunt deze atlas online raadplegen, en wel hier.

 

 

24 maart

Interspecies communication

Hond Doris vond net een heel dikke muis in de tuin. Ze rende achter het diertje aan, tot de muis zich omdraaide en haar keihard in haar gezicht piepte. Doris keek naar mij, en de muis rende verder. 'Goed zo,' zei ik.

 

 

23 maart

Denken met dieren

Voor Wijsgerig Perspectief, een tijdschrift dat de ruimte tussen academische - en publieksfilosofie wil overbruggen, stelde ik een themanummer samen over dierfilosofie, met bijdragen van Clemens Driessen, Erno Eskens, Ike Kamphof en mijzelve, over o.a. denken met kippen, ontzag voor vissen, en praten met honden. Het is heel mooi geworden, en je kunt het hier bestellen.

 

 

23 maart

De man van het CBS

Het begon allemaal met een brief van het CBS. Ik was uitgekozen om een enquête in te vullen via internet. Ik begon eraan - ik wil best helpen - maar ze vroegen naar details over de relatie met mijn ouders in mijn jeugd die ik eigenlijk niet wilde delen en ik sloot het venster. Een paar dagen later kwam er iemand aan de deur. Omdat redenen die voor dit verhaal niet van belang zijn deed ik niet open. Het bleek meneer H te zijn, van het CBS. Hij deed een kaartje in de bus met zijn nummer en de boodschap dat hij maandag of dinsdag weer zou komen. Hij kwam niet, of ik was er die dagen niet; er volgde geen nieuw briefje. Dat was er een paar dagen later ineens weer wel. Ik overwoog hem te bellen om te zeggen dat ik niet mee wilde werken, maar ik had het te druk en het verschoof weer naar de achtergrond. Gisteravond stond hij weer voor de deur. Hij belde aan - we moesten weg en ik twijfelde of ik open zou doen. Door het kijkgaatje in de deur zag ik dat hij alweer een briefje schreef. Toch belde hij nog eens aan. In een opwelling deed ik open. Voor de deur stond een soort Bert en Ernie-achtige man (meer Bert dan Ernie) die me met zachte stem vroeg of ik twintig minuutjes voor hem had. Ik was van plan geweest hem af te wimpelen, maar dat vond ik nu ik hem zag zielig. Ik vertelde hem over het proefschrift en dat ik in juni pas tijd heb. Hij leek teleurgesteld, raapte zich toen toch dapper bijeen en zei dat we dan verder zouden spreken. Het is jammer dat we elkaar nu gesproken hebben, omdat ik er nooit achter zal komen hoe lang hij het anders geprobeerd zou hebben. Ik hoop trouwens niet dat hij in juni terugkomt, maar ik meende in zijn gezicht te lezen dat hij dat wel zal doen.

 

 

22 maart

Joekel op zijn kartonnen troon

Joekel is een oude straatkat, hij woont al een tijd bij de SAZ. Hij heeft geen grote plannen meer en is tevreden met de kleine dingen van het leven. Misschien droomt hij soms nog over tuinen, vijanden, of verre einders.

 

 

21 maart

Jubileum

Vandaag bestaat dit weblog tien jaar. Ik las een paar weken geleden dat de persoonlijkheid van mensen door hun leven heen zo sterk verandert dat je eigenlijk niet meer kunt spreken van dezelfde persoon (zie hier). Het weblog is ook veranderd; misschien omdat ik elders zo veel schrijf, misschien omdat ik heb leren schrijven (verandering betekent ook altijd dat er iets kwijtraakt). Ik begon het weblog ooit om te leren schrijven, mezelf te dwingen dagelijks iets te maken. Stilte is in principe perfect, dus je moet altijd met iets goeds komen om die te doorbreken (het mag wel iets kleins zijn - klein is goed voor een weblog). Er zijn tijden geweest dat het heel belangrijk voor me was, dit universumpje. Momenteel volgt het de rest een beetje. Het gaat altijd in golven.
Veel dank aan jou, lezer, voor het volgen van mijn gedachten - op naar de volgende tien jaar, op naar de volgende dag.

 

 

20 maart

Plant

Zaterdagavond was ik op een feestje waar ik bijna niemand kende. De gastheer vertelde me bij zijn vogelkooi dat hij Het vogelhuis had gelezen. Hij vond het leuk. 'Leuk,' zei ik - als iemand een boek leuk vindt, is dat leuk, meer kan ik daar niet van maken. Ik trok mijn wenkbrauwen even bevestigend omhoog. Bij het aanrecht stond een vrouw in een blauwe blouse met mijn geliefde te praten. Ze vertelde over de middelbare school van haar zoon. Ik werd onmiddelijk betrokken in het gesprek, dat geen gesprek was maar een monoloog. Tussen de brokjes tekst door blies ze hard uit. 'Dat is wel een dingetje,' zei ze dan. Ook deed ze iets met haar gezicht dat het midden hield tussen een zenuwtrek en een pantomime act. Het was heel warm in de keuken, aan de tafel zaten mensen te eten en te praten. De vrouw ging maar door. 'Ik ga even bij de vogels kijken,' zei ik. Ik had het moeten zeggen, dacht ik later, dan was er tenminste iets gebeurd. Nu was het een film die maar voortrolde. We gingen boven zitten, en ik zag dat de vrouw een ander had gevonden om tegen te praten. Boven zaten ook mensen om mee te praten, en er stond een enorme plant. 'Die krijgen ze hier nooit meer weg,' zei L.
Op de terugweg werden we aangesproken door een jongen die iets van ons wilde maar niet zei wat. De metro kwam vrijwel direct en het was druk, maar het was dan ook zaterdagavond.

 

 

19 maart

Zijn hele oor

 

 

18 maart

Vosje

 

 

17 maart

Wederkeer

's Ochtends zingen de vogels alweer zo vroeg zo hard en vasthoudend. In de boom zitten groene knoppen, die zich over een paar weken langzaam uitvouwen en in bladeren veranderen. Je moet ertegen kunnen, tegen dat cyclische, je moet proberen er troost aan te ontlenen, of gewoon je kiezen op elkaar houden - aan het eind van de dag wordt het weer donker, hoe lang die dag ook duurt.

 

 

16 maart

De houtduif met het vette hoofd

Hij of zij komt dagelijks even in de tuin kijken of er wat te eten is, meestal rond halfelf 's ochtends.

 

 

15 maart

Tita (2002-2017)

 

 

14 maart

Stemadvies

Zoals altijd met de verkiezingen geef ik gratis stemadvies voor wie dat kan gebruiken. Dit keer is er een speciale bonus, namelijk dat je op mij kunt stemmen. Lijst 10, nummer 39. Voor welke partij je ook bent: stem in ieder geval op een vrouw. Wie twijfelt tussen GroenLinks en Partij voor de Dieren: allebei goed, en lees vooral dit stuk.

 

 

13 maart

Lentesokken

Het was nog best koud op het station vanochtend. De mevrouw die flyers van de SP uitdeelde had er spijt van dat ze haar lentesokken al aangetrokken had. De man die Metro's uitdeelde vroeg of ik wilde voelen hoe koud zijn vingers waren. Dat hoefde ik niet want ik had zelf al koude vingers. Hij komt uit India en is vegetariër. Dat vertelde hij me met de vorige verkiezingen ook al. Nu stemt hij SP want hij heeft een eetclub met de buurvrouw, de SP'er van de lentesokken. Daar eten ze vegetarisch, maar ze wilde me wel graag laten weten dat zij geen vegetariër is. Soms zeggen mensen dat als een vorm van boetedoening, bij haar leek het meer op normaal doen, een soort boerentrots. Normaal is trouwens een woord dat ik nooit met mezelf zou associëren. Verder stonden we vanochtend alleen met linkse partijen te flyeren (er waren een hele hoop PVDA'ers op de been), en was de stemming goed. Flyeren voelt altijd als promotie van de democratie en dat verbroedert. Na afloop zei ik 'dag lieve mensen', uit de grond van mijn hart. Bij de achterkant van het station stond nog een lieve PVDA'er. 'Pas op,' zei hij, en hij wees naar de trap. 'Bedankt hè,' zei ik, en ik wenste hem veel succes.

 

 

13 maart

Ik probeer de dromen te bewaren

 

 

12 maart

Olli

 

 

 

11 maart

At the end of my short life I decided it was time for a change

 

 

10 maart

Drie weken

'Hoe gaat het?' vroeg de caissière aan de oude man voor me in de rij die drie flesjes bier, een pak ingevroren sperziebonen, een rol wc-papier en vleeswaren kocht.
'Slecht.' Hij legde zijn bonuskaart en een andere pas op de rol wc-papier. 'Ik ben vandaag alweer drie weken alleen.'
De caissière scande de boodschappen, gaf hem zijn passen terug. 'Moeilijk hè?'
De man knikte. Zijn bril schoof omlaag toen hij geld zocht in zijn portemonnee. Hij drukte hem stevig terug op zijn neus.
'Wilt u zegels?' Haar stem was zachter dan anders. 'Voor de kleinkinderen.'
'Ja.' De man had zijn boodschappen al in de oude bruine tas gedaan. Hij schraapte zijn keel, alsof hij nog wat wou zeggen.
'Sterkte,' zei de caissière. De man knikte. Bij de uitgang kwam ik hem weer tegen, hij draaide zich om en liep terug naar binnen. Ik denk dat hij iets vergeten was.

 

 

9 maart

Joekel van de SAZ

 

 

8 maart

De verte II

Ik stond voor de deur van het restaurant, het schemerde en de spreeuwen kwamen over. Ik keek de lange straat in, steeds verschenen er nieuwe fietsers die even jou konden zijn. Ik voelde me een hond en dacht aan de honden, miste ze even, en ik bleef kijken, hoopvol bij iedere donkere jas, iedere fiets met een mandje voorop.

 

 

7 maart

4. De verte

Dit brengt ons bij de toekomst. Als we de wereld blijven vervuilen (1 op de 5 kinderen die wereldwijd sterven, sterft momenteel aan vervuiling) is er over een tijdje geen planeet meer. De wilde dieren sterven soort voor soort uit (sinds 1970 is de helft van de soorten uitgestorven door menselijk handelen), en de zeespiegel stijgt. Voor Nederland betekent dit niet dat we de dijken moeten verhogen: we moeten ons anders gaan gedragen. Dit betekent vervuiling aanpakken, de houding van mensen veranderen, (op termijn) geld afschaffen, nieuwe vormen van samenleven ontwikkelen.

 

 

6 maart

3. Hoe het zou moeten zijn, hoe het zou kunnen zijn

Ooit was Nederland een klein tegendraads progressief landje, waarin homo's konden trouwen en mensen dood konden als ze dat wilden. Trouwen en dood kunnen we nog steeds, maar we zijn geen voorloper op het gebied van innovatie - moreel noch technisch. Dat moet anders. We moeten toe naar een duurzame samenleving waarin niet het geld centraal staat, maar waardevol leven. Onderwijs en kunst spelen hier een hoofdrol, in bedenken hoe het anders kan en dat ontwerpen, en in mensen leren dat er dingen zijn die hun zelfzuchtige belang overstijgen.

 

 

5 maart

2. In in plaats van uit

In plaats van groepen tegen elkaar uitspelen moeten we burgers met elkaar verbinden. Dat betekent burgers met elkaar in gesprek laten gaan en het betekent vormen van uitsluiting signaleren en omvormen. Degenen die hulp nodig hebben moeten geholpen worden en iedereen moet de kans krijgen zich op haar of zijn manier te ontwikkelen. Relaties zijn meestal niet harmonieus, en dat moeten we ook niet verwachten; democratie is een rommelige staatsvorm - het is een taak van de regering om verschillen te koesteren en te faciliteren. Degenen buiten de landsgrenzen horen er ook bij. Vrijheid is een woord dat mensen vaak gebruiken om afstand aan te geven, maar we komen elkaar steeds tegen, en het gaat er juist om die relaties te verbeteren.

 

 

4 maart

1. Een stem op mij is een stem aan de dieren

Wij hebben lang genoeg voor ze gesproken, het is nu tijd om met ze te praten.

 

 

3 maart

Keuzes

Lieve lezers, jullie kunnen niet alleen mijn weblog en boeken lezen, muziek beluisteren en tekeningen bekijken: je kunt ook op me stemmen. En wel op 15 maart tijdens de Tweede Kamerverkiezingen. Ik sta op de lijst van de Partij voor de Dieren, op nummer 39. De komende dagen zal ik op deze plek mijn speerpunten toelichten.

 

 

2 maart

Palm

Op straat lag een wormpje. Er was geen grond in de buurt, dus ik tilde hem/haar op en liep met het diertje in mijn hand naar de dichtstbijzijnde geveltuin. Daar legde ik de worm op de aarde. Toen ik weg liep bleef ik het krioelen in mijn handpalm voelen, het hele stuk naar de hoek van de straat.

 

 

1 maart

De vijver bij de hondenschool

We zagen vleermuizen, konijnen, een reiger.