archief
evameijer.nl

 

 

30 juni

Aardbei

Sinds ik in het dorp L. woon ga ik naar de kindertandarts. Dat is echt een aanrader. Ze doen alles heel zacht, je krijgt veel complimenten, alles wordt goed uitgelegd, er worden tekenfilms op het plafond geprojecteerd en alles heeft smaakjes. Toen ik wegging werd er iets met de smaak aardbei in mijn mond gesmeerd, maar het was bubblegum. Ondertussen kun je ook gewoon praten over thema’s als ‘mensengebitten zijn niet gemaakt om 100 jaar mee te gaan’, ‘hoe tandsteen bij honden en tandsteen bij mensen soms vanzelf verdwijnt als ze gaan kluiven resp. tandenstoken’ en ‘speekselgaatjes in het gebit’. Ik weet alleen nooit zeker of het de bedoeling is dat ik er als volwassene kom, maar ze lachen altijd aardig en noemen me bij mijn voornaam.

 

 

30 juni

Kunst in de openbare ruimte 

Mijn favoriete nieuwsberichten zijn die over mensen die 75 jaar zonder rijbewijs reden en toch tegen de lamp lopen, mijn favoriete discussies in kranten zijn die over kunst in de openbare ruimte. Vandaag las ik over IDA van Tom Claassen, een fantasiewezen van 27 meter lang dat langs de A4 bij Hoofddorp zou komen. Zou komen, want er is discussie over. De gemeente moet bezuinigen en 'het positieve sentiment in de raad is verminderd', een groep van kunstkenners schreef een open brief, een populistische partij voert al jaren actie tegen het beeld (‘vreselijk lelijk’). Deze discussie staat in een eindeloze reeks discussies over kunstwerken die er uiteindelijk niet kwamen of weggehaald werden (Kabouter Buttplug is een positieve uitzondering). Discussies gaan over of het beoogde beeld (object, enz) mooi is, of het kunst is, wat het toevoegt, wat we willen besteden aan kunst, enzovoort. Ze laten heel goed zien hoe (economisch) nutteloos kunst is (maar vol betekenis) en hoe belangrijk die nutteloosheid is. Het zal u niet verbazen dat ik groot fan ben van kunst in de openbare ruimte. In het dorp waar ik woon staat een krankzinnig beeld van een vrouw die uit ballen bestaat en uit een driehoekige koker komt op het pleintje voor het stadhuis, dat ik ook vreselijk lelijk zou kunnen noemen, maar eigenlijk denk ik dat het wel een goed beeld is voor die plek. Bij de vijver staat een zeventiger jarenvrouw uit steen met wulpse vormen. Soms zitten kleine jongetjes aan haar borsten. Ook zitten er graag kauwen op haar hoofd. En ze is begroeid met mos. Rotondekunst verdient hier ook een eervolle vermelding. Mocht ik ooit genoeg macht hebben zal ik ervoor zorgen dat elke rotonde een eigen kunstwerk krijgt, ik zou hiervoor vooral opdrachten willen verstrekken aan jonge kunstenaars. Wat ik ook graag zou willen regelen is structureel meer performances in de openbare ruimte. 

 

 

29 juni

Pootjes 11 

 

 

28 juni

Pootjes 6 

 

 

27 juni

Stilheid

Dus dan gebeurt er dit en dat en daarna valt er een soort stilheid over de wereld. Motregenachtig, mistig. En dan kijk je naar het hoge gras in de tuin, de kraaien die bij de buren in de boom zitten. Een kleine grijze vlinder tegen de ruit.

 

 

26 juni

Pootjes 10 

 

 

25 juni

Wipneus en zijn schimmelige vriendje Pim

Bibi Dumon Tak gaf afgelopen week de Verweylezing over het belang van onveilig leren lezen. Je kunt hier een ingekorte versie lezen en hier de podcast beluisteren.  

 

 

24 juni

Lampje 

Tijdens het stofzuigen deed ik per ongeluk het lampje naast het bed aan. Dat hoeft nu nooit omdat het zo lang licht is, en het schijnsel van de lamp op mijn hand bracht me even naar de winter. Ik keek een tijdje naar het gele licht en deed het toen weer uit. Het leek alsof er niets gebeurd was.

 

 

23 juni

Pootjes 1 

 

 

22 juni 

Stop de hetero-indoctrinatie 

Vandaag in Trouw.

 

 

21 juni 

I don't want to live a small life 

Van Mary Oliver, hier.

 

 

20 juni

Snacks 

Het grasveld wordt regelmatig gemaaid, ze laten het oude gras liggen. De kraaien gebruiken de losse pollen om eten te verstoppen. Ze maken een holletje, stoppen daar bijvoorbeeld frieten in (het zijn vaak frieten) en bedekken het met los gras. De honden weten het ondertussen, en zoeken bij de pollen, soms hebben ze geluk.   

 

 

19 juni

De moed van de schrijver

Voor The state of European Literature (onderdeel van de European Literature Night) gaf Nelleke Noordervliet een lezing over de moed van de schrijver. Ik gaf een reactie. Je kunt Noordervliets lezing hier lezen en mijn reactie hier.  

 

 

18 juni

Ontmoetingen

1. De zwanen zijn naar het grote water vertrokken, slim om een zaterdagochtend uit te kiezen. Ze liepen hier weken door de buurt met hun zes jongen, nu hoef ik ze niet meer te helpen oversteken. De menselijke buren kwamen uit hun huizen om het te volgen.
2. Voor de deur stopte een dikke man met een krat bier achterop zijn fiets om een pad over te zetten. Hij was net op tijd voor de bus. Hij zette de pad in het gras bij de overburen, bleef lang kijken voor hij verder fietste.
3. Naast het fietspad dronk een man op een scootmobiel Spa rood met zijn pitbull.  

 

 

17 juni

Meerkoet 

Bij het zwemmen ontmoette ik een jonge meerkoet. Zij of hij was druk in de weer met een waterplant, slokte grote stukken naar binnen. Het gaf niet dat ik er was maar ik moest niet te dichtbij komen. De volgende dag kwam ik weer, maar ik weet niet of ik herkend werd.

 

 

16 juni

Gezicht 

 

 

15 juni

Knowing Animals 

Mijn gewaardeerde collega Josh Milburn interviewde me voor de podcast Knowing Animals. Luister hier.

 

 

15 juni

Dierenklimaat 

Met Charlotte Blattner presenteer ik op de komende EURSafe conferentie een paper over dieren en klimaatverandering. Je kunt het hier lezen. 

 

 

14 juni

Liedje voor Vachtje

Hier

 

 

13 juni

Pootjes nr. 9 

 

 

12 juni

 

 

11 juni

Aan het einde van de dag

Aan het einde van de dag heb ik drie dingen over: de honden, mezelf, de herinnering. Mezelf laat ik even zitten. De honden slapen al. De herinnering is een schilderijtje, ik hang het aan de muur. Ik zit aan de keukentafel, boven mijn hoofd brandt een peertje. Een herinnering is een oud jasje. Meer voor de sier dan om te dragen.
Aan het einde van de dag heb ik twee dingen over: de woorden, de honden. Een van honden kijkt me aan, dat is een zegening. De woorden klonteren samen als een restje havermout.
Aan het einde van de dag heb ik een woord over. Ik hou het bij me, het is waarschijnlijk genoeg.  

 

 

10 juni

Staycation 

Het was weer een geslaagde middag weg in eigen hok, met zijn vijven in het kamilletheeverblijf.  

 

 

9 juni

Hier kunnen wij ook nog wel wat van leren 

Vandaag in NRC: '24.000 jaar lang hebben ze hun tijd afgewacht in de Siberische permafrost, maar nu krioelen de ontdooide raderdiertjes weer. Een internationaal team wetenschappers geleid door Russen is erin geslaagd in de bodem ingevroren raderdiertjes levend te ontdooien.' 

 

 

8 juni

Vandaag in Trouw

Een requiem voor 4600 medewezens. 

 

 

7 juni

Pleister

De vrouw die me mijn prik gaf had felblauwe ogen. Ze waren zo blauw en dichtbij dat ik nergens anders aan kon denken. Ze gaf me een compliment over dat ik mijn arm goed ontspande - bedankt, zei ik. Daarna zei ze dat ze niet meer kon zien waar ze me geprikt had (ik had het ook niet gevoeld) maar dat ik toch een pleister kreeg, om aan anderen te laten zien dat het echt gebeurd was. Ik liet de pleister, die ik verder aan niemand liet zien, want er was niemand in de buurt, de hele middag zitten. 

 

 

6 juni

Mijn lezing voor de dierenrechtendemo van vandaag 

Geachte aanwezigen, lieve allemaal, bedankt dat jullie hier zijn. 

We hebben vandaag stilgestaan bij de dieren die slachtoffer worden van menselijk handelen, in de vee-industrie, de laboratoria, in steden, op het platteland. Dat is belangrijk. We moeten daarbij stilstaan, we moeten begrijpen wat er mis is voor we verder kunnen, en herdenken is een kwestie van respect. Maar het is niet het hele verhaal. De andere dieren zijn namelijk niet alleen slachtoffer. Ze zijn ook handelende wezens met een eigen perspectief op het leven en de wereld.
Als we dieren alleen of vooral voorstellen als slachtoffers, hebben we twee problemen:
1. Het dreigt de machtsverhouding te herhalen. Mensen worden voorgesteld als dader, als handelend wezen, als actief en sterk en machtig, maar ook in staat tot compassie en groei. Dieren worden voorgesteld als afhankelijk (niks mis met afhankelijk overigens), afwachtend, als dingachtig, inwisselbaar. Terwijl dat beeld van dieren juist onderdeel van het probleem is. Een goed voorbeeld is het ‘spreken voor’ of dieren beschouwen of beschrijven als wezens zonder stem. Dat is goed bedoeld, maar het herhaalt een beeld van dieren als taalloos, als niet in staat zich uit te drukken. Waardoor de grotere gemeenschap een hiërarchie blijft zien.
2. Nadenken over een rechtvaardige meersoortige samenleving is niet iets wat wij als mensen alleen kunnen doen. Dan herhalen we onze eigen ideeën en vooroordelen – ons beeld van veel dieren is gevormd door eeuwen van onderdrukking, materieel en symbolisch, politiek en cultureel. We moeten dus samen met dieren nadenken over wetten, instituties, praktijken, ga zo maar door. Dat begint met serieus nemen hoe dieren al handelen, met naar ze luisteren, en ze meer ruimte geven. Een van de manieren waarop niet-menselijke dieren handelen is door zich te verzetten tegen menselijke overheersing.
Neem olifant Tyke. Ze werkte in een circus en werd jarenlang mishandeld om kunstjes te doen. Op een dag viel ze tijdens een voorstelling in Hawaii ineens haar trainer aan. Daarna rende ze de straat op, waar ze een clown uit het circus en twee agenten verwondde voor ze doodgeschoten werd. Het nieuws werd breed uitgemeten in de pers, en de slechte omstandigheden waaronder de olifanten in dat circus werden gehouden werden fel bekritiseerd. Dat leidde tot de sluiting van een aantal circussen en strengere wetgeving omtrent het gebruik van wilde dieren. De zaak van Tyke staat niet op zichzelf. Allerlei dieren in gevangenschap verzetten zich. Circussen, aquaria, dierentuinen, en andere instanties die geld verdienen aan bezoekers proberen om deze verhalen zoveel mogelijk uit de pers te houden. Het zijn incidenten, zeggen ze. De dieren vinden het verder juist fijn.
Historicus Jason Hribal heeft onderzoek gedaan naar daden van verzet van dieren, en laat in zijn boek Fear of the animal planet (2010) zien dat het geen losstaande incidenten zijn. Olifanten, tijgers, zeeleeuwen en allerlei andere dieren protesteren tegen hun gevangenschap, door te proberen te ontsnappen en hun trainers en verzorgers aan te vallen – jullie kennen het verhaal van orka Tilikum, zo niet kijk de documentaire Blackfish. Orang-oetans werken samen, waardoor groepen met name in Amerikaanse dierentuinen vaak uit elkaar gehaald worden. Hun verzet is structureel en langdurig. Niet-menselijke dieren verzetten zich ook in het wild tegen menselijke overheersing, denk bijvoorbeeld aan de ganzen die rondom Schiphol gevangen worden om vergast te worden hun belagers proberen af te weren, sissen en vechten, en als hun partner gevangen wordt duikvluchten uitvoeren, of olifanten die een dorp verwoesten omdat een lid van hun gemeenschap daar gedood is. Niet alleen wilde dieren verzetten zich. Ook werkdieren en huisdieren doen dat. Ezels staan bekend om hun koppigheid, varkens, geiten en koeien hebben allemaal hun eigen manieren om zich tegen mensen te verzetten. Katten worden weinig als proefdieren gebruikt omdat ze geen opdrachten opvolgen. Zelfs kippen, die misschien dociel lijken, proberen zich uit alle macht vrij te worstelen als ze voor hun dood in kratten gestopt worden. konijnen wenden hun hoofd af in laboratoria. Heb je wel eens een vis aan een hengel gezien.
Vaak is de invloed van dierenverzet indirect, zoals bij de ganzen, die beleid beďnvloeden zonder dat ze zelf geraadpleegd worden. Of het is moeilijk te meten, zoals het verzet van werkdieren, dat vaak ontkend wordt. Maar soms beďnvloedt het politieke besluiten heel direct. Het Amerikaanse leger vatte in de jaren vijftig van de negentiende eeuw het plan op om kamelen te gebruiken voor het vervoer van soldaten en goederen. Het leek ze een goede aanvulling op de paarden die ze al gebruikten; kamelen staan bekend om hun kracht en uithoudingsvermogen. De kamelen dachten er echter anders over. Ze weigerden bevelen op te volgen en mee te werken. Ze spuugden op de soldaten en beten ze; de soldaten werden bang voor ze. Omdat de soldaten weigerden nog met de kamelen te werken, besloot het leger de koers te wijzigen: kamelen werden niet langer gebruikt als werkers. Ze zeiden dat het inzetten van kamelen een experiment was geweest, terwijl de kamelen degenen waren die dat ervan hadden gemaakt. Verzet serieus nemen vraagt er trouwens om dat we als activisten onze plek anders begrijpen: niet als menselijke redder, maar als solidair met hun strijd.
Behalve verzet zijn er natuurlijk allerlei andere manieren waarop de andere dieren ons dingen zeggen. Voor een deel bepaald door soort, maar voor een groot deel ook door sociale relaties. Wilde honden maken hun wensen op een andere manier duidelijk dan huishonden, vogels in stedelijke gebieden anders dan in uitgestrekte bossen. We leven in een tijd waarin de andere dieren steeds serieuzer genomen worden in de wetenschap, dat is iets om optimistisch over te zijn, zo wordt er steeds meer onderzoek gedaan naar de vermogens van dieren, maar ook naar hun sociale relaties, naar hun talen, hun culturen. Dat soort inzichten (die niet nieuw zijn, maar wel nieuw in de academie) vraagt ons anders te kijken naar ze, en dat anders kijken ligt aan de basis van het denken over een rechtvaardige samenleving, waarin wij mensen niet de wetten bepalen maar we juist een stap terug doen. Vaak letterlijk – er moet veel meer land naar de dieren – maar ook figuurlijk: door te luisteren. En daarmee bedoel ik niet zozeer individueel luisteren, want dat doen wij, wij hier, wel, maar we moeten het ook cultureel en politiek gaan doen.
In dat proces, in de overgang naar nieuwe meersoortige samenlevingen zijn dierenrechten onontbeerlijk, maar alleen de eerste stap. De nieuwe wereld begint bij mensen, het is onze verantwoordelijkheid om verandering in gang te zetten. Maar hoe het verder moet is een vraag die wij niet kunnen beantwoorden, die moeten we aan de andere dieren stellen. Het is de hoogste tijd.  

 

 

5 juni

Een toon 

Laten we alle elektrische auto's een toon meegeven, lukraak gegeneerd, zodat de dieren ze goed kunnen horen maar net zo zacht als het motorgeruis, en als er dan meerdere naast elkaar rijden klinkt het ook mooi, of het wringt, gevonden muziek, bij de ring en snelwegen kunnen we tribunes bouwen voor het publiek.   

 

 

4 juni

Slijm

Over het kleed loopt een slakkenspoor, naar de pinda toe, die uitgehold is en ingepakt met slijm. 

 

 

3 juni

Weekend 

Dit weekend ben ik op pad, zaterdag signeer ik Haar vertrouwde gedaante bij Savannah Bay (het boekje kreeg meteen al een tweede druk) en zondag geef ik een praatje op de Dam bij een demonstratie voor dierenrechten. Dus kom langs, voor elk wat wils en alles op anderhalve meter.       

 

 

2 juni

De tedere verteller 

Ik heb hier nog een lezing voor jullie, ditmaal van Olga Tokarzcuk

 

 

1 juni

CfA: Speaking about the humans: Animal perspectives on the multispecies world  

October 4th 2021, 1 pm – 8 pm CET – Online – University of Amsterdam 

Prairie dogs discuss humans in detail. Elephants have a word for humans. Sperm whales warn each other about human attacks. Many if not most more-than-human animals need to deal with human intrusion in their lives in some way – as companions, workers, prey, for tourism or in other roles – and communicate with one another and humans about this. They do so in order to survive, but perhaps sometimes also to maintain their culture and communities, out of affection or for fun. For the purposes of this workshop, we propose to understand ‘speaking about humans’ broadly such as (combination of) sounds, bodily movements, facial expressions (kinesics), touch (haptics), space (proxemics), and sensorial capacities. Examples to think of are throwing feces to human visitors in zoos, leaving one’s habitat, changing one’s color, misleading humans, or passing on cultural, including linguistic, knowledge in embodied ways.
This one-day interdisciplinary workshop aims to get a better understanding of other animals’ perspectives on humans and the implications of these perspectives for developing better relations. We invite presentations on the following and other questions:
How do we know that animals speak about humans? Do they speak as an individual and/or as a group? Are animal languages species-specific, communal or individual?
What could be humans’ ideologies/impediments for (not) recognizing that animals speak about them? What do animals say about humans, and how do they say it and how do we know?
How can we develop new listening practices and (how) should we speak back?
What is the role of anthropomorphism in better understanding other animals? What are possible nonhuman animal equivalents of this practice?
What are the ethical and political implications of the fact that animals speak about humans? Are their messages always political?
Do (animal) scientists/humans recognize their own language as violent? Should they?
How can animal perspectives inform our ideas about just multispecies societies? Should they?
Do we need new interspecies languages and/or cultural practices for the Anthropocene? 

This workshop will take place online. Invited speakers will be asked to present a 20-minute paper. To participate, please send a 100-300 word abstract to Eva Meijer before July 1st. Participants will be notified before August 1st. Organisation: Eva Meijer (University of Amsterdam) and Leonie Cornips (Maastricht University, NL-Lab KNAW). Confirmed participants: Sue Donaldson (Queen’s University, Kingston), Con Slobodchikoff (Northern Arizona University). This event is hosted by ASCA, University of Amsterdam, The Netherlands.