WEBLOG

 

 

donderdag 31 juli

Hondsdagen

De zomer zingt. Mensen kunnen alleen maar luisteren.
Ik zweet. De poes ligt lang en plat op de bank. Hij heeft meer haar dan ik maar draagt minder kleding.
Beneden mijn raam roept de buurvrouw: Chico, Chico. Chico is een hond. Hij wordt veel geroepen. Dat zijn ze zo gewend, de buurvrouw en hij.
Het meisje dat om de hoek woont gaf een me tip over een website. Als we met elkaar praten vergeet ik altijd naar haar te luisteren omdat ik zo geïntrigeerd ben door haar neus. Haar neus lijkt los op haar gezicht te zitten, alsof hij van klei is gemaakt. Ze heeft een nieuw hondje, Rocky. Ze had al een hondje, Rambo. Ze maakt zelf kleding, laatst nog een legergroene jurk.
De buurman staat op zijn balkon. Hij draait oude muziek en drinkt een biertje. Hij heeft de was gedaan, er hangen T-shirts aan de lijn. Zijn borsthaar is grijs en zijn zonnebril van goud.
In de lift kwam ik de vrouw die altijd sorry zegt tegen. Ik vind haar aardig. Ze zegt alleen heel vaak sorry, ook over dingen waar je echt geen sorry over hoeft te zeggen, ook tegen de hond. Dat laatste vind ik wel goed. Ik zeg soms ook sorry tegen de hond. Als het nodig is.
De moeder en zoon die altijd Dr Oetker pizza's eten zijn met vakantie.
De buurvrouw heeft haar kleinkinderen op bezoek.
In het trappenhuis is het koel.
De bovenbuurman timmert elke dag rond deze tijd. Het komt nooit af.

 

 

Scholletje

 

 

Zomer 2

Van iemand houden is het gevaarlijkste wat je kunt doen, dacht ik, maar misschien kwam dat omdat het zo warm was.

 

 

woensdag 30 juli

Afval

klik op de foto voor een vergroting

 

 

dinsdag 29 juli

Get & stay clean club

te Goes

 

 

De paardenmarkt

Er stapte een oudere vrouw in de bus. Een oudere man die op de stoel rechts voorin zat stond op zodat zij daar kon zitten. Hij hielp haar de hoge opstap op.
De man was in gesprek met een andere oude man die op de stoel links voorin zat. Ik nam aan dat ze elkaar kenden. Toen de man van de stoel links voorin opstond en uitstapte, wendde de staande man zich tot de vrouw. Hij vertelde haar dat hij naar de paardenmarkt in Voorburg ging. 'Voorschoten,' zei de vrouw. 'De paardenmarkt is in Voorschoten.' 'Oh,' zei de man, 'weet u dat zeker?' Ze wist het zeker. Ook wist ze waar hij moest overstappen. Zij ging namelijk toevallig ook naar de paardenmarkt in Voorschoten. Ze had op TV West gezien dat er paardenmarkt was. Vorige week was ze helemaal naar Gouda geweest. Als bewijs van haar kennis haalde ze een handgeschreven briefje uit haar tas dat ze aan de man liet lezen. 'Kunt u het lezen?' 'Andersom.' Ze hield het briefje op zijn kop. 'Dan ga ik met u mee,' zei de man. Hij begon te vertellen over vroeger, waar hij gewerkt had. We reden langs een kerk en de vrouw vertelde dat haar oudste dochter daar nog getrouwd was. De man haalde foto's uit zijn binnenzak. 'Zijn die van de bevrijding?' vroeg de vrouw. De man knikte. Ook maakten ze grapjes over de paardenmarkt, dat ze niet van plan waren om een paard te kopen, op hun oude dag. Het was echt om te kijken. De vrouw vertelde over haar man, die al twintig jaar dood was, en de man vertelde over zijn vrouw.
Toen ik uitstapte hadden ze net ontdekt dat ze vroeger vaak naar dezelfde plek gingen om te dansen. Ze hadden elkaar daar nooit ontmoet, meer dan vijftig jaar geleden. Maar ze wisten allebei nog goed hoe het was.

 

 

maandag 28 juli

Natte voeten

 

 

De logeerpoes drinkt graag water uit de kraan

 

 

zondag 27 juli

Zomer

Het mooiste is de vroege ochtend, als het stil is en het mist.

 

 

26 juli

Scootmobiele Brigade

 

 

vrijdag 25 juli

I drew you a flower

 

 

donderdag 24 juli

Palmbomen

Op een vroege ochtend ergens vorige week werden er negen palmbomen in een bak in het grote winkelcentrum geplaatst. Ik dacht dat het misschien voor een tropisch festival was en dat ze weer weggehaald zouden worden, maar ze stonden er na een paar dagen nog steeds. Het is een tamelijk surrealistisch gezicht. Het grote winkelcentrum is niet bepaald tropisch van aard. En voor de palmbomen lijkt me er ook weinig aan, in die bak.
Vandaag las ik op internet dat dit project 73.000 euro kost.
Ik ken een huis waar kinderen wonen die niet thuis kunnen wonen en die slapen op oude dunne matrassen met gaten in slechte bedden. Voor een paar duizend euro zouden zij lekker kunnen slapen, en dan kan er misschien ook wat beddengoed bijgekocht worden want het meeste beddengoed daar stamt uit 1985 en is zo vaak gewassen dat de print niet meer te zien is. En misschien mogen ze dan ook een paar nieuwe schoenen.
Daarnaast zit het asiel vol met honden en poezen die afgedankt zijn, en de dierenambulance zou ook wel wat subsidie kunnen gebruiken.
Ik weet best dat het geld voor de palmbomen uit een ander potje komt. Maar misschien kan dat potje opgeheven worden. Want ik geloof niet dat Den Haag echt palmbomen nodig heeft.

 

 

dinsdag 22 juli

Klaproos

Je moet klaprozen niet plukken. Daar kunnen ze niet tegen.

 

 

maandag 21 juli

Vaasje met wilde bloemen

 

 

Wasmachine

Er hangen grote vogels in de grijze lucht. Soms duiken ze opeens naar beneden, dan zweven ze weer omhoog. Ze laten zich leiden door de wind. Het lijkt op spelen. Net vloog er een heel hard langs het raam.
In de boom voor de flat zit een duif, op een stevige tak. Hij strijkt zijn veren glad met zijn snavel.
Het is weer gaan regenen, zachtjes, en de boom beweegt, maakt geluid. De vogels worden nat. Ik was al nat, en nu ben ik droog, binnen. De wasmachine staat aan. Het lijkt wel herfst.

 

 

zondag 20 juli

Geen hart

Zondagochtend, tram 9. Bij halte Remmersteinstraat stapt een oudere dame in. Ze praat in zichzelf. Ze heeft het afwisselend tegen god en de duivel. Ze gaat zitten en priemt met haar wijsvinger in de lucht. Nou heb ik je, zegt ze, en ze lacht. Het klinkt tamelijk griezelig. Dan wendt ze zich naar mij. 'Mevrouw?' Ik doe net of ik haar niet hoor. 'Mevrouw in het rood?' Ik kijk haar aan. 'Gelooft u in de heer?' Ik denk even na. 'Waarom vraagt u dat?' Ze kijkt boos. 'Heeft u dan geen hart?' Tja. Niks zeggen is ook onbeleefd. 'Ik heb wel een hart.' Ze lijkt nu nog bozer en kijkt demonstratief de andere kant op. Met mij valt niet te praten. Ze richt zich weer tot god. Die is geduldig.

 

 

zaterdag 19 juli

Vathorst

De straat is nat, zwart, glad. Een spiegel zonder reflectie. Een spiegel waar je in kunt verdwijnen.
Grote donkere wolken breken in de verte glorieus open. Daar woont een god waar ik niet in geloof.
Nieuwbouwwijken zijn treurige plaatsen. Huizen zonder ziel, per huis twee auto's, plastic speeltoestellen in de tuin, dezelfde vazen in de vensterbank als de buren. De Ikea is vlakbij. In de tuin die geen tuin is maar een stenen plaats een vijver en een vuurkorf. Gekocht, niet zelf gemaakt.
Sporen van wat er was in het zand, en in de lucht, en niemand om het te zien.

 

 

vrijdag 18 juli

De buren

 

 

Trein

Vrijdagochtend. Het halletje van de trein naar Amersfoort. Ik zit op een rotstoel, klapstoel, met de piano naast me. De piano lijkt stevig te staan. Ik hoop het maar want als hij valt dan valt hij op mij.
Naast me is een ruitje met daarachter knoppen met mooie namen. Snelsch. uit. MG geeft 110V. Ventilator verwarming. Ventilator verwarming. Rem. Deuren. Overspann. beveiliging. Wielslip. Installatie 2 gestoord. Ventilator gestoord.
Er staat een man met een vouwfiets tegenover me die nogal aan het schelden en tieren is – niet tegen mij, maar tegen de ochtend en de lekke band van zijn vouwfiets.
Ik ben moe, ik slaap nog, ik voel een opkomende kriebelhoest.
Net kwam de conducteur.
Het stikt van de mensen overal.
Misschien moeten ze eens wat langer blijven slapen.

 

 

donderdag 17 juli

Verhalen

Ik zit in mijn kleine surrealistische woonkamer op Kunstkavel en ik luister naar de verhalen die ik opgenomen heb. Ik denk na over geschiedenis, herinneringen, verhalen. Aan wat verloren gaat, en wat doorgegeven wordt. Aan hoe een verhaal verandert, door de jaren heen, hoe iedereen er zijn eigen draai aan geeft en dat dat belangrijk is - het doorgeven. Omdat verhalen belangrijk zijn, omdat er meer is dan alleen hier en nu en snel en vluchtig, omdat we ergens vandaan komen en ergens naar toe gaan. We zijn zo geworden als we zijn door onze ouders, grootouders, voorouders. En het verleden is geen vaststaand gegeven, het is vloeibaar, er passen verschillende verhalen op, verschillende ideëen. Iedereen maakt zijn eigen verhaal, zijn eigen waarheid. De verhalen zijn puzzelstukjes, onderdelen van andere verhalen. Samen maken ze de geschiedenis.
Het regent buiten, zacht maar gestaag. Er hangt een doorzichtig zeil op de plek waar het raam komt. Het zeil hangt nu omhoog, als het hard gaat regenen doe ik het naar beneden.
Dit huis is nieuw. De grond waarop het staat is oud.
Over een jaar wonen hier mensen, worden hier nieuwe herinneringen gemaakt. Het is eigenlijk al begonnen, met verhalen van oude mensen, en met mensen die er naar komen luisteren.
En vandaag is al bijna voorbij.

 

 

Het concert des levens

 

 

woensdag 16 juli

Je hebt plannen in je leven wat je doen zal

Mevrouw Baas-Kok (fragment)

Mevrouw Hodzelaar (fragment)

 

 

 

maandag 14 juli

Casco

 

 

zondag 13 juli

Schoenen

Er stonden twee meisjes bij de tramhalte op het Rembrandtplein. Ze droegen allebei een strakke spijkerbroek, hakken, een strak t-shirt en een leren jasje.
Ik wil iets doen, zei de ene. Gewoon, iets doen, maakt niet uit wat. De andere knikte. Ik begrijp wat je bedoelt.
Het was een tijdje stil. Ik kan er niet meer tegen, zei het eerste meisje. Het was weer stil, tot een van de twee over schoenen begon die ze gezien had, waarna het gesprek over schoenen ging, tot de tram kwam.

 

 

zaterdag 12 juli

Pantoffels

 

 

vrijdag 11 juli

Werknemer van de maand

Harold had een rotdag. Hij was weer geen werknemer van de maand geworden. Zijn collega Olaf van de schrijfwaren was deze maand de gelukkige. Harold werkte beneden, bij de cd's en boeken. Daarvoor had hij bij de schoenen gewerkt en daarvoor bij het kinderspeelgoed. En daarvoor bij de kassa. Hij was al jong bij de V&D begonnen.
Als je werknemer van de maand was dan kreeg je een oorkonde, maar daar ging het Harold niet om. Het ging hem om de eer. Olaf werkte pas twee jaar bij de V&D, en Harold vond hem eerlijk gezegd helemaal niet zo goed. Hij wist veel van zijn afdeling, maar hij was wel eens kortaf tegen klanten en hij ging vaak weg van zijn afdeling, om sigaretten te roken en met de mensen achter de kassa te praten.
Harold nam zijn werk serieus. Hij luisterde thuis naar de cd's die hij verkocht, zelfs degenen die zijn smaak niet waren zodat hij klanten die op zoek waren naar een kadootje, of iets voor zichzelf, goed kon adviseren. De boeken las hij niet allemaal want dat zou teveel tijd kosten maar hij las wel altijd de achterkant. Hij hield van zijn werk.
Harold was een keer werknemer van de maand geworden, toen hij nog bij het speelgoed werkte. Dat was in december, maar in december werd degene die bij het speelgoed werkte bijna altijd werknemer van de maand omdat er in december zoveel speelgoed verkocht werd.
Er was nog een reden waarom hij niet dol was op Olaf. Hij had soms het gevoel dat Olaf hem uitlachte, omdat hij zo serieus was. Als ze met een groepje collega's gingen bowlen had Olaf altijd het hoogste woord. Harold was niet zo. Hij bekeek dingen liever van een afstand. Zo was hij altijd al geweest. Maar bij Olaf had hij altijd het gevoel dat hij op zijn hoede moest zijn, dat hij moest uitkijken wat hij zei omdat Olaf wanneer hij hem daar een aanleiding voor zou geven een grap over hem zou maken.

 

 

donderdag 10 juli

Hooglanderveen

Het leven in Hooglanderveen verandert. De boerderijen verdwijnen, er komen nieuwe huizen met nieuwe mensen voor in de plaats. Een ander soort mensen. Weiland wordt steen, lucht dak, gras tuintjes. Nette tuintjes. Er is weinig ruimte voor toeval. En er is weinig ruimte voor langzaam. Er is weinig ruimte voor de mensen van vroeger.

(Elke week komen ze wel met een vragenlijst, en je kunt wel zeggen wat je anders wil maar dat doen ze toch niet. Ze vragen het alleen omdat ze dan kunnen zeggen dat ze het toch gevraagd hebben.
Hij zat met zijn greep de wethouder achterheen maar het maakte niet uit, het werd toch onteigend.
Dit is anders, dit gaat over vroeger. Waar ik gewoond heb.
Maar ja, jij wil ook dat je kinderen een huis hebben.
Ja, jij hebt makkelijk praten, jij hebt geen kinderen.
Maar jullie waren met zijn zestienen thuis.
Ik woon hier nu vijf jaar.
Zo gaat dat hè.)

 

 

Natte boom

De trein rijdt door het bos, ruikt naar natte boom. Ik zou ook wel naar natte boom willen ruiken.
In de trein zitten mensen, warme levende mensen met warme levende lichamen. Er zijn veel mensen die ik niet ken. Dat verbaast me soms, de hoeveelheid van alles, net als het feit dat het overal nu is, en niet alleen als ik er ben.
De wereld is mooi. Er gebeuren altijd dingen die je niet kunt bedenken.
Soms droom ik over andere werelden, die op deze lijken, want zo werkt een mens.
Soms zing ik in mijn droom, en dat is net als vliegen.

 

 

woensdag 9 juli

Een mogelijk begin

Ovulatie.

 

 

dinsdag 8 juli

Lessons in drowning

 

 

maandag 7 juli

Antaflux

 

 

zondag 6 juli

Harold

Harold is vierentwintig. Hij werkt bij de V&D. Sinds anderhalf jaar woont hij op zichzelf. Daarvoor woonde hij bij zijn ouders. Zijn moeder vond het niet leuk dat hij uit huis ging. Haar man kijkt voornamelijk televisie maar Harold luisterde naar haar verhalen, en 's avonds deden ze vaak een spelletje. Doordeweeks dan, want in het weekend ging Harold wel eens naar een vriend. Of naar een collega, van de V&D. Hij gaat goed om met zijn collega's. Gelukkig woont hij niet ver weg, en elke dinsdagavond komt hij eten. Daarna spelen ze meestal een paar potjes Yahtzee. Om de week komt hij zijn was brengen, want hij heeft nog geen wasmachine. Af en toe gaat ze naar de V&D, niet te vaak, want ze wil hem natuurlijk niet in verlegenheid brengen met zijn collega's erbij, alleen als ze echt iets nodig heeft. En ze belt hem elke avond even, als hij uit zijn werk is, om te kijken of hij niet eenzaam is en of hij wel goed eet.
De oude kamer van Harold laat ze nog even zoals hij is, je weet het nooit, misschien moet hij een keer zijn huis uit of misschien komt hij eens logeren en dan is het toch fijn als er nog een bed staat.
Laatst had ze zelf pruimenjam gemaakt en een potje bij hem langs gebracht, en toen hadden ze samen koffie gedronken, uit zo'n speciaal apparaat waar je van die dingen in moet doen. Het was lekker, de koffie, en op de fiets naar huis moest ze een beetje huilen, niet omdat ze verdrietig was, maar omdat ze blij was, met zo'n fijne zoon.

 

 

vrijdag 4 juli

Bowlen

De dagen rijgen zich aaneen, zei oma gisteren aan de telefoon. En ze vroeg of ik weer eens kwam, maar niet op dinsdag, want dan gaat ze altijd bowlen.

 

 

donderdag 3 juli

Je hebt plannen in je leven wat je doen zal, en het loopt toch nog weer anders uit

mevrouw Kapoen (fragment)

 

Installatie, te zien tijdens Kunstkavel op 18,19 en 20 juli in Amersfoort.

 

 

woensdag 2 juli

What you risk reveals what you value

 

 

dinsdag 1 juli

Harold

Er werd aangebeld. Ik nam op (ik heb een huis boven en een bel beneden en een soort telefoon om deze twee met elkaar te verbinden).
Hallo?
Harold?
Wat zegt u?
Harold? Harold!
Nee, ik ben Harold niet. En ik ken geen Harold.
Oh.
(stilte)
Sorry.
Ok.
Dag.
Dag.

 

 

Braaf