weblog
                    archief

 

28 februari

Ooievaar

 

 

27 februari

Kampioen

Het is weer licht, het is weer ochtend. Licht licht genoeg om in te verdwijnen, schreef ik ergens, als je maar licht genoeg bent. Dat zijn we natuurlijk niet. In het park heeft Olli zichzelf geleerd de bal te apporteren. Hij vond ballen en stokken eerst nogal raar, en ballenwerpers eng, maar hij wil graag meedoen en heeft begrepen dat voor de honden hier de bal een begeerlijk object is. In het begin pakte hij de ballen en stokken gewoon af van andere honden (door naar ze te kijken - ze zijn allemaal nogal onder de indruk van hem), nu rent hij er ook achteraan. Hij houdt van rennen en kan het erg goed, hij kan de windhonden bijhouden. We gaan nu oefenen met de UvA, want die vindt hij nog erg eng, met alle trappen, gangen en deuren.

 

 

26 februari

De vraag of dit soort lades erfelijk zijn

Ik moest altijd erg lachen om de keukenlades van mijn oma. Die zagen er namelijk zo uit:

Mijn eigen lades zien er nu echter zo uit:

Eigenlijk nog veel erger dus. Toch doet het me aan oma denken en dat is prettig. Als het een erfelijke kwestie is, slaat het wel een generatie over, want die van mijn moeder zijn gewoon netjes.

 

 

25 februari

Toch mis ik de herfst, de gekleurde bladeren.

 

 

24 februari

Verdacht

Gisteren hing er een ongure man in de steeg rond. Hij stond dan weer daar, dan weer daar. Mijn moeder betrapte hem toen hij naar een snoeppapiertje in mijn bakfiets keek. Later was een van de metalen strips van de rand van de bak afgebroken. Nog later vond ik een stofzuigerslang onder de bakfiets. Toen dacht ik: misschien loert hij op de bakfiets, wacht hij het moment af dat er niemand in de steeg is om hem te stelen. Ik heb de bakfiets voor het huis gezet, bij het raam, in het volle zicht. Daar staat hij nu nog.

 

 

23 februari

Toren

We hadden de opdracht gekregen hem van de hoogste toren te gooien maar er ging iets mis, hij bleef zweven, dwarrelde langzaam wel iets naar beneden.

 

 

22 februari

Soep

Op de vensterbank van het restaurant staan vazen die gevuld zijn met wijnkurken.
Langs de Amstel lopen twee vrouwen, jaar of vijftig, net gekleed. De linker houdt een joint vast, vertelt dat het verschrikkelijk was.
De bankjes zijn gevuld met mensen in winterkleding, hun ogen dicht. Misschien hebben ze vanavond de zon in hun gezicht.
Het is een opluchting, dat het lichter wordt, misschien omdat het steeds zo nat was met de riemen van Olli, omdat we zoveel buiten zijn. De zon staat weer hoger, valt op de straat in mijn straat (in de winter zijn de huizen te hoog), nog niet in mijn tuin.
Soms komt er een witte duif in de tuin op bezoek, wit met kleine zwarte vlekjes, een Dalmatiër.
Het hondenbrein reageert op emoties in de menselijke stem. Mijn mensenbrein reageert op emoties in allerlei verschillende stemmen.
Het is nog licht terwijl ik dit schrijf, de was hangt nat aan de lijn, ik moet soep gaan maken.

 

 

21 februari

De keizer

 

 

20 februari

Kijktip

Ga rond 17.45 uur op de Amsteldijk in Amsterdam staan, met je gezicht naar het Amstelkanaal (dat is bij de Jozef Israëlskade) en kijk naar de lucht boven het water.

 

 

19 februari

Gezellig

De Olympische Spelen laten goed zien hoe sociale processen werken. Er is sprake van mensenrechtenschendingen, het doden van zwerfdieren (en miljoenen andere dieren voor het eten van sporters en publiek; de gevangen genomen orka's die tentoongesteld zouden worden liggen ergens in een zwembadje te wachten), gezellige onderonsjes tussen wereldleiders en dictators (zie hier een fotoserie waaruit blijkt dat Poetin eigenlijk een pop is), economische belangen die zwaarder wegen dan morele, en ga zo maar door. Eerst is er verontwaardiging, maar zodra de wedstrijden beginnen, vergeten mensen het collectief, waarmee ze het legitimeren (samen doen alsof er niks aan de hand is, is nog fijner dan alleen doen alsof er niks aan de hand is). Lekker met zijn allen chips eten en televisie kijken, het dweilorkest speelt YMCA: gezellig. Dit mechanisme geldt voor heel veel sociale en politieke problemen, dit is natuurlijk maar een voorbeeld. Maar het blijft verbazingwekkend dat mensen hun morele kompas zo gemakkelijk in een laatje kunnen leggen (sommige mensen halen het daar misschien nooit uit, vergeten uiteindelijk waar ze het ook alweer gelegd hebben).

 

 

18 februari

Dag van de Milieufilosofie

Op 22 april is de tweede Dag van de Milieufilosofie. Het programma is nog niet helemaal bekend, maar het lijkt wel weer leuk te worden - alle informatie is op de website te vinden. Ik zal (net als een aantal andere promovendi) een poster presenteren over mijn onderzoek. Tijdens de lunch. Het wordt vast een dolle boel.

 

 

17 februari

Pika

 

 

16 februari

Recept op de zondag

President Mujica van Uruguay legt uit hoe je gefermenteerde tomatensaus maakt. Hier.

 

 

15 februari

Tip van de maand (x2)

Vanaf vandaag is er een expositie van nieuw werk van Lydia Schouten in Galerie Oranjerie in Amsterdam. Het werk is een maand te zien, dus wacht niet te lang. (Voor wie in Londen is: in de Whitechapel Gallery is een grote expositie van het werk van Hannah Höch.)

 

 

15 februari

Hoi

 

 

14 februari

Ik hou van duiven

In de strijd tegen de duivenhaat heb ik bovenstaand logo ontworpen. Het is nu mogelijk om mokken, tassen en T-shirts te bestellen met dit mooie logo. T-shirts zijn 20 euro (fair trade), mokken 10, linnen tassen 7. Geef het door aan anderen in je omgeving en bestel je eigen exemplaar door een mail te sturen naar info apenstaartje evameijer.nl.

 

 

13 februari

Bord waarvan het nut zo op het eerste gezicht onduidelijk is

 

 

13 februari

Kinderen

1. Rond halfzeven 's ochtends zie ik vaak een man langs de Amstel lopen - hij kijkt me nooit aan, loopt met grote stappen richting de brug, hij moet daar lopen en hij moet doorlopen. Als ik later ben komt hij me tegemoet met een brood onder zijn arm. Het is een vreemde man, vaak draagt hij een korte broek. In het weekend heeft hij soms een kind bij zich, een meisje van een jaar of acht. Hij loopt dan wat langzamer, hoewel het meisje al snel kan lopen, en hij lacht, heel breeduit, altijd als ik hem samen met haar zie.
2. Pika en ik zaten in de tram, en er waren nog drie mensen met honden. Achterin een jackrussellterriër en een bruine labrador, voorin een spaniël-achtig hondje. De vrouw van de spaniël had ook twee kinderen bij zich, onder wie een op krukken. Het meisje op krukken was een jaar of tien. De vrouw lachte tegen de kinderen en de hond, ze praatte een beetje te hard. Ze stonden op bij halte Amstelbrug. 'Kara, loop door, lopen Kara, doorlopen. Lopen zeg ik.' De vrouw schreeuwde, het meisje probeerde op haar krukken langs een man te komen (het was vrij druk in de tram). Ze drukte op de knop om de deur te openen, haar gezicht strak, op die knop gericht, ze waren net op tijd. Toen de tram weg reed, hoorden we de vrouw nog schreeuwen. Dat het meisje beter had moeten luisteren, dat ze door had moeten lopen.
3. Ik fietste met Olli naar het park. Een blindengeleidehond in opleiding kwam ons tegemoet. Olli stopte om te kijken, ik probeerde hem te lokken met een brokje. De blindengeleidehond luisterde niet naar de mens met wie hij liep. Hij droeg een slipketting. De vrouw trok vier keer keihard aan de riem.
4. Olli is gek op kinderen. Als hij in het park een kinderwagen ziet, gaat hij erbij staan in de hoop dat het kleine handje hem wil aaien.

 

 

12 februari

Test je kennis

Op scholieren.com staat een quiz over Dagpauwoog. Zelf had ik twee fouten. Hier.

 

 

11 februari

Show Time

 

 

10 februari

Introductie

Afgelopen zaterdag gaf ik een korte lezing over mijn onderzoek tijdens de campagneaftrap van de Partij voor de Dieren Amsterdam. Wie geïnteresseerd is, kan het hier nalezen.

 

 

10 februari

Buiten is alles grijs

Ik ben al een paar dagen ziek. Verkouden, grieperig, hoe je het dan ook wil noemen, douchen doet een beetje zeer. Niet heel ziek, ook niet heel lekker. Ik droomde vannacht eerst dat ik mijn eigen executie kon voorkomen door te wijzen op de wreedheid van de methode. Daarna droomde ik dat ik in een huis alles zwart verfde. Boeken, meubels, de trap, heel prettig werk was het. Verkoudheid doet me altijd aan vroeger denken en soms vind ik het raar dat het niet meer zo is. Dat ik nu hier woon, de dingen doe die ik doe, dat ik niet ben gebleven waar ik was. Waar ik was kan naar van alles verwijzen - huizen, mensen. Ik weet ook niet goed wat ik moet doen. Ik ben te goed om de hele dag in bed te liggen, mijn hoofd en handen zijn te troebel om goed te kunnen werken. Gisteren verdwaalden Olli en ik tijdens een wandeling die al lang was. Olli lijkt het vergeten, hij wil weer op pad. Misschien ga ik maar weer lang wandelen, ik weet het anders ook niet.

 

 

9 februari

Pootjes



 

 

8 februari

Dan doe ik het terug

Op de brug wilde Olli niet verder lopen. Dat heeft hij soms op drukke punten, dan is hij overweldigd. Ik probeerde hem te lokken, hij kwam en bleef weer staan, dus ik wachtte even op hem, hij komt altijd wel weer. We stonden midden op de stoep, maar die was heel breed. Het regende behoorlijk. Een man van een jaar of veertig met aan zijn arm een oudere vrouw met een stok kwam ons tegemoet. Hij liep tegen me aan. Expres, ze konden erlangs.
'Loop eens niet tegen me aan.'
'Jij staat midden op stoep. Die stoep is zo breed. Je kan ook daar staan.'
'Je kan er prima langs. En anders kun je vragen of ik opzij ga.'
'Daag me niet uit joh. Jij staat in de weg. Als je zo doorgaat, pak ik je en gooi ik je in het water en die kuthond van je erbij.'
'Dat moet je proberen. Dan doe ik het terug.'
Daar was de man stil van. Het klopte logisch ook niet. Maar hij begreep wat ik ermee bedoelde. Ik draaide me om, een andere man vroeg of ik lastig gevallen werd. 'Ik stond ook in de weg, daar had hij wel gelijk in,' zei ik, 'maar bedankt.'
'O, ging het daarom,' zei de man.
Olli en ik staken over, we gingen naar huis.

 

 

7 februari

Murmelend

De man die ze de gek van de Draafsingel noemen had een nieuwe tekst op zijn ruit geschreven: 'Karl Marx, Das Kapital, ik ben god, een lijst om het gouden licht en de murmelende stenen'. Zelf denk ik bij god aan een sneeuwuil (of Pika), maar een lijst om het gouden licht en de murmelende stenen is ook geen slechte omschrijving.

 

 

6 februari

Met de trein

Olli en Eva in het raam

Toen mensen voor het eerst met de trein gingen, vonden ze dat heel raar. Ze dachten dat ze er ziek van zouden worden, dat het toch niet gezond kon zijn om je als mens zo snel te bewegen. Olli en ik zijn zondag voor het eerst met de trein gegaan, gisteren voor de tweede keer. Stations vindt hij eng. Veel mensen, harde geluiden, licht; de treinen en metro's die voorbij rijden zijn het engst. In de trein gaat het redelijk. Hij komt naast me zitten, dat is minder eng dan op de grond die beweegt en zo kan hij naar buiten kijken. Dat had hij na een keer door, dat het naast me beter is. Het is sowieso indrukwekkend hoe snel hij dingen doorheeft en hoe hij dingen onthoudt. Alles wat we zondag voor het eerst deden, wist hij woensdag nog en hij hield zich aan die kennis vast omdat dat hem duidelijkheid geeft. Over de trap naar beneden gaan we station Amstel uit. Bij mijn ouders is de deken Olli's plek.
Als hij naast me zit, kijkt hij goed naar buiten. Ik vertel over het landschap ('een echt Nederlands landschap, met die weilanden'). Hij schrikt soms van treinen die ons voorbij rijden of van huizen dicht naast het spoor. De stem van de conducteur over de luidspreker is vooral vreemd, niet eng. Op het perron in Zaandam staan bosjes waar je goed tegenaan kunt plassen. Medereizigers zijn misschien-aardig. Voor Olli, het gebrek aan fatsoen en/of empathie van sommigen vind ik stuitend; er zijn mensen die al naar binnen gaan terwijl ik met hem in mijn armen (hij durft niet goed over drempels) probeer uit te stappen en me daarmee de weg versperren, wat niet alleen onaardig maar ook gevaarlijk is. En er zijn mensen die totaal geen compassie hebben voor een bange hond. Dan ben je toch eigenlijk een bruut.
De wereld waarin hij nu leeft is zo anders dan de vorige. Olli weet zich echt heel goed aan te passen, het moet zo vreemd voor hem zijn. In de trein naast me is hij niet alleen bang, ook trots. Hij zit hoog, de wereld trekt aan hem voorbij. Hij wordt geaaid, het is nieuw maar we doen het samen. Het woord 'samen' krijgt steeds meer betekenis.
Thuis gaf ik hem een stukje komkommer. Hij rook er even aan, at het niet op. Ik nam er een hapje van, toen at hij de rest wel op. Eerst deed hij vooral Pika na, maar blijkbaar kan ik die functie ook vervullen.

 

 

5 februari

Grijze roodstaart

 

 

4 februari

Ibis

 

 

3 februari

In een grote zwerm vogels een kleinere.

 

 

2 februari

In het park

In het park zag ik een man tegen een boom boksen. Hij was aan het trainen. Tegenover de man zat een kraai op een lantaarnpaal, die tegen hem aan het schreeuwen was. De man keek af en toe naar de kraai maar bleef doorgaan met wat hij aan het doen was. Normaal negeer ik dit soort mannen. 'Het lijkt wel alsof die kraai het tegen jou heeft,' zei ik. 'Misschien zit je in zijn territorium.'
'Ik dacht dat het was omdat ik de boom omduw,' zei de man. Hij was blij dat ik hem aansprak. Het roepen van de kraai had hem zenuwachtig gemaakt. 'Doei,' riep hij toen ik wegliep en hij zwaaide met zijn bokshandschoen.

 

 

1 februari

Van het een naar het ander

De man voor me in de rij bij de HEMA - type leraar op een middelbare school, net of net niet gepensioneerd - beweegt een beetje op de muziek. Hij doet het niet opzettelijk, is zich er misschien niet eens van bewust, hij reageert op de muziek die in de winkel gespeeld wordt.
De man in het park die ook een hond heeft die Olli heet, wil Olli steeds aaien. 'Lieve hond hè,' zegt hij. 'Net een koe.' Hij lacht om zijn eigen grap. Hij maakt die grap iedere keer. Hij aait Olli weer. 'Net koeienhaar.' Hij lacht en lacht.
Verschillende mensen schreven me dat ze het zo leuk vonden me te horen lachen tijdens het VPRO interview. Misschien moet ik wat aan mijn imago doen.
Imago is de naam voor het volwassen insect, na de metamorfose.
Er is niet een metamorfose maar er zijn er ontelbare. Ieder dag, ontelbare.
Er is niet zo veel verschil tussen dichtbij en veraf als de meeste mensen denken.