WEBLOG

 

vrijdag 31 augustus

Waterloo Station

Na tien uur 's avonds werken er alleen nog niet-blanke mensen in de CafeBurgerKingWHSmiths op Waterloo Station.

 

 

Manor Road South 2 (fictie)

Een reden waarom ik lang geen weblog had is dat ik niet wil dat de mensen dingen over mij weten (over de mij onder de verhalen, als een lijk dat in een tapijt is gerold). Tegelijkertijd heb ik dingen te zeggen en wil ik dingen zeggen. Of dat autobiografisch moet of is weet ik niet. Ik denk dat alles wat mensen maken autobiografisch is, of de hoofdpersoon nou wel of niet jouw naam draagt en even oud is. Het werk is de kunstenaar. Het autobiografisch gehalte van iets is eigenlijk niet relevant, als het maar goed is. Echt hoeft niet waargebeurd te zijn. Waar hoeft niet gebeurd te zijn. En bovendien, de geschiedenis is net zo vloeibaar als de toekomst. Misschien zelfs wel meer.
Er zijn heel veel verschillende manieren van kijken. Soms kan de manier van kijken van iemand anders jezelf anders doen kijken (voelen, denken, twijfelen, gerustellen, raken). Dat is wat goede kunst kan doen, een goed boek, een goed liedje. Het is niet zo dat een verhaal of een liedje of een tekening de hele werkelijkheid weer kan geven, net zomin als een iemand dat kan (hoewel dat een paradox is, want iedereen is de hele wereld). Het is een blik door een sleutelgat naar een klein stukje van de werkelijkheid. Maar als dat kleine stukje de kern van jou raakt dan is het alles. En dat is denk ik waar we naar op zoek zijn.
En ondertussen schrijf ik mezelf in een weblog over mij als soms een blik door een sleutelgat en soms een poster die je ziet uit het raam van een rijdende trein en soms een clown die naar huis wil maar hij woont in het circus, en dat is overal.
En misschien schrijf ik dit wel om ergens anders niet over te schrijven.

 

 

donderdag 30 augustus

Manor Road South

Ik poets mijn tanden met de tandenborstel van de familie Yoxall. Ik was mijn eigen tandenborstel vergeten en kreeg een stukje om op de electrische tandenborstel te zetten. Ik vind het een beetje vreemd maar ik ben de enige hier die het vreemd vindt.
Engelse Esther is gisteren naar Den Haag vertrokken waar ze in mijn huis logeert (daar maak ik me wel een beetje zorgen over), en ik ben dus in het hare. Haar ouders gaan morgen op vakantie, en dan nemen De Broers de boel over. Ze zijn aardig hoor, maar heel vies. Qua afwas en dingen laten rotten voornamelijk.
Het is wel een fijn huis, het grenst aan een bos en het is rustig hier. De stad is druk, er zijn veel toeristen. Soms vind ik mensen zo luid en lastig.
Eerst sliep ik met mijn hoofd naast het ijskastje maar ik werd steeds wakker wanneer het aansloeg. Ik heb mijn voeten en hoofd omgedraaid. Dat hielp.

 

 

woensdag 29 augustus

10 Hoxton

Ik zou in de Troy Bar spelen bij Old Street in de buurt. Een wat vreemde buurt, met een zeer uiteenlopende bevolking. Vreemde types, maar niet echt op een leuke manier. Ik moest de piano meenemen (de piano is weer mee deze keer, in het karretje) en het was een vervelende tocht met veel metrostations met trappen. En het was nogal een stuk lopen vanaf het metrostation, en ik had nog steeds geen kaart, maar gelukkig was er een aardige jongen in een winkel die me de weg wees. Ook ben ik nogal verkouden en een beetje grieperig dus het kost me wat meer moeite dan normaal, het gesjouw.
Een stukje voor het café stond een man die 'hey' zei. Ik zei niks terug. Ik zeg meestal niks terug (doe net alsof ik het niet hoor) want ik heb geen behoefte aan een bepaald soort contact. Ik zou het liefst hallo tegen iedereen zeggen maar dat kan niet. Het bleek dat deze persoon de avond organiseerde of in ieder geval in goede banen zou leiden en dat ik hem beledigd had. Ik stelde me binnen aan hem voor en vroeg hoe laat we zouden beginnen en hoe laat ik moest spelen, en ik vroeg of ik op tijd kon spelen omdat ik nog terug moest met de piano. Hij was duidelijk onder invloed van het een of ander (geen alcohol) en zeer denigrerend. Hij wist niet of ik op tijd kon spelen, en hij wist ook niet wanneer hij dat wel wist en hij vond het stom dat ik zomaar aannam dat we om negen uur zouden beginnen ('het kan ook best later worden als er geen mensen zijn'), terwijl dat in de email stond. Hij ging boven mij staan, daar heb ik een hekel aan en ik vond hem niet respectvol. Dus ik stond daar met de piano, ik zou voor deurgeld spelen, en toen dacht ik bekijk het maar. Ik heb hem netjes verteld dat hij een probleem met zijn houding heeft en daarna ben ik weggelopen. Er zouden mensen komen kijken (dat ook nog) maar die heb ik gesmsd en ze reageerden heel lief, dat maakte het wel weer goed.
Ik heb dan misschien niet zo veel geld of miljarden platen verkocht maar ik heb wel mijn waardigheid (en mijn liedjes ook) en eigenlijk voelde het wel goed om weg te gaan.
Dus nu zit ik op mijn logeerbed pistachenootjes te eten. Ik zit hier naast het bos en 's avonds hebben ze sterren. Dat is mooi. Het is donker en rustig.
Vanmiddag ben ik naar het museum geweest.
Als je vanaf Waterloo Station naar het Tate Modern loopt dan loop je onder een soort brug door. Aan de onderkant van die brug hangt een net tegen de duiven. In dat net hangen dode duiven. Niemand kijkt ooit naar boven, dus niemand ziet het, en de mensen die per ongeluk naar boven kijken denken er niet bij na. Ik zou willen dat ik niet naar boven gekeken had. Het is heel gruwelijk.
Ik hou van kunst omdat het hoopvol is, tegen alles in, tegen de tijd in en dat dingen voorbij gaan en omdat het uitzicht biedt. Tegenwicht.
Op de terugweg zag ik een oude vieze zwerver die dwarsfluit speelde.
Dat was heel ontroerend.

 

 

dinsdag 28 augustus

Greenwich

Vanochtend hoorde ik de wekker en ik dacht: wat een mooi liedje is dat. Want ik was iets fijns aan het dromen op muziek en het liedje was in dezelfde toonsoort als de wekker en ik vond het heel erg mooi. En toen realiseerde ik me dat het de wekker was en dat ik op moest staan, en dat was ook goed.
Ik hou niet van weggaan. Maar het is wel goed voor me. Juist nu. Alles gaat gewoon door maar ik ben even opgeschud. Mijn hoofd is.
Vanavond speelde ik in Greenwich, waar ik het leuk vond (het optreden en de locatie). Het was een soort Pyke Koch City met rare donkere luchten. Er was een man in een Schotse rok die vroeg of het ontbijt de hele dag door besteld kon worden, er was een rode kat die kwijt was en gevonden werd door een man met een enorme bril (in luttele minuten) en er was een man met een kaart uit 18zoveel die me hielp de weg te vinden (de weg stond niet op zijn kaart trouwens). Ik was namelijk zonder kaart of routebeschrijving op pad gegaan.
En het licht is mooi, en het is wel goed denk ik.

 

 

 

zondag 26 augustus

Whisky

Soms zou ik willen dat ik wat minder gedisciplineerd was. Dan zou ik nu met een fles whisky in bed gaan liggen en alle afleveringen van Mevrouw ten Kate op de Villa Achterwerk website bekijken (ik zag in de supermarkt een vrouw die sprekend op Mevrouw ten Kate leek, zo kwam ik daar op).
Ik heb wel eens eerder geschreven dat tijd niet in een rechte lijn gaat. Ik zit nu een beetje in de situatie dat ik in twee tijden leef. De ene tijd gaat gewoon door en de andere staat nogal stil. En ik word heel moe van het constant heen en weren van de ene naar de andere tijd. Toch is het een interessant verschijnsel, en ik heb het gevoel dat ik goed moet opletten en het goed moet onthouden. En het gekke is dat de twee tijden ook nog overlappen, omdat ik bijvoorbeeld een liedje maak over het stuk dat stil staat en tegelijkertijd in die stilte twijfel aan wat ik doe in beweging. En dan is er nog een derde tijd, van de dromen en de verhalen en herinneringen, die zich niks aantrekt van wat voor tijd dan ook zodat ik soms opeens een uur verder ben.

 

 

Wat een lelijke hond

Ik werd gisteravond uitgescholden door een vrouw (eind zestig) uit de flat. De hond blaft naar mensen die met krukken lopen, en er liep een man met krukken. Daar rende ze naar toe en daar blafte ze tegen. Ik liep erheen, deed haar aan de riem en bood mijn excuses aan (ze blaft wel maar doet niets, enzovoort). De vrouw kwam te dicht bij me staan en zei dat ze de politie zou bellen als ze nog eens zou zien dat de hond niet aan de lijn was, enzovoort enzovoort, lang en boos verhaal. Ik wilde graag beleefd blijven omdat dat vaak het beste is maar op een goed moment liep ik weg en toen liep ze mee, de lift in zodat we heel dicht bij elkaar stonden (en haar fiets bijna op de hond, maar als ze dat had gedaan dan had ik haar met fiets en al eigenhandig en niet zachtzinnig uit de lift verwijderd en aangifte gedaan, 65+ of niet) en toen ging ze heel lelijk en dreigend doen, het was net een film van David Lynch. 'Jij bent heel brutaal hè. Ik hou niet van brutale mensen. En die hond. Die hond is zo lelijk. Wat een lelijke lelijke hond.' Ik zei 'ik vind u heel brutaal en u staat te dicht bij me' en toen was ze wel even van haar à propos maar daarna begon ze weer over de politie enzovoort. Ze was trouwens zelf erg lelijk, met puisten, daar was ik ook nog even door geïntrigeerd, maar ik zei er maar niks over. En ze bleef heel lang heel hard tussen de liftdeuren staan praten zodat ik niet verder naar boven kon. Heel vervelend. Het lullige was trouwens dat ze de man met de krukken waar ze mee was gewoon beneden had laten staan want die kon er niet meer bij in de lift. Ze wilde mij duidelijk op mijn nummer zetten, ze was heel boos, en waarschijnlijk om redenen die verder niks met mij te maken hadden. Ik ben er niet op ingegaan en dat was wel goed maar toen ik thuis kwam moest ik er wel even van huilen want ik was geschrokken (en ik kan er niet zo goed tegen nu). En ik ben helemaal niet brutaal, ik ben aardig en de hond is niet lelijk, die is juist de liefste die er is. Ik heb haar maar veel koekjes gegeven en gezegd dat ze heel mooi is.

 

 

zaterdag 25 augustus

Ik kom uit een familie die de slappe lach krijgt op begrafenissen.

Er wordt mij weleens gevraagd uit wat voor familie ik kom.
Ik kom uit een familie die de slappe lach krijgt op begrafenissen. En muziekuitvoeringen, vooral in kerken, en op verjaardagen. En bij diploma-uitreikingen en dergelijke.
Op verjaardagen vroeger was er altijd een moment dat mijn moeder, mijn oma, mijn tante en ik (en later mijn zusje, en soms deden er anderen mee) de slappe lach kregen. Bij oma aan de tafel. Mijn oma zegt dan altijd: ‘Oh, ik pies in mijn broek!’ (Na de middelbare school leek het me een goed idee om in Engeland te gaan studeren. Mijn oma ging ook mee om me weg te brengen en een korte vakantie te houden, en toen gebeurde er iets moois: we stapten uit een taxi, en de taxi-chauffeur stond op mijn oma's teen, waarna ze thank you zei en een harde scheet liet. Daarna kregen we de slappe lach.)
Tegenwoordig hebben we dat niet meer zo. Omdat mijn tante dood is, denk ik, en omdat er een tijdje niet zoveel te lachen viel. Toen mijn tante doodging, hadden we trouwens een begrafenisondernemer met een Hele Harde Stem ('zelfs als ik zacht praat, praat ik nog hard', zo'n type). Dat kon echt niet, het was te erg. Daar hebben we nog wel om gelachen.
Als je mijn familie ondersteboven houdt, vallen er allemaal verhalen uit.

 

 

donderdag 23 augustus

huid

 

 

Van honden en mensen

Het is algemeen bekend dat honden op hun baasjes lijken en andersom.
Mijn hond:
zwemt het liefste in de allervieste sloot
plast als een mannetjeshond
rolt graag in de poep, vogelpoep en mensenpoep en paardenpoep
eet graag poep, kattenpoep en mensenpoep
eet graag brood uit knuistjes van kleine kinderen die dan daarna beginnen te huilen
blaft tegen mensen met een donkere huidskleur
blaft tegen mensen met eten zodat ze schrikken en hun eten laten vallen en dan eet zij het snel op
blaft tegen mensen in een rolstoel en met krukken
blaft tegen mensen die bang zijn voor honden.
Verder is ze trouwens een van de leukste wezens die ik ooit gekend heb. Ik vroeg me alleen af wat dit over mij zegt.

 

 

woensdag 22 augustus

niet waar

 

 

 

dinsdag 21 augustus

wel waar/niet waar

Ik heb mijn huis schoongemaakt, heel schoon, ik heb zelfs de ramen gezeemd en dat is geloof ik de eerste keer ooit.
Ik heb de verhuizers geholpen de piano op het karretje te tillen want ze kregen het niet voor elkaar (ik ga ze morgen bellen om te kijken of ik betaald kan krijgen, kom op zeg).
Ik heb zware spullen gesjouwd (gelukkig verhuizen er mensen).
Ik ben wegens ideologische redenen gestopt met het varkensproject.
Ik schrijf liedjes.
Ik ben aardig tegen mijn medemens. Dat probeer ik althans.
Ik doe wat ik moet doen.
En het helpt allemaal niks.

 

 

maandag 20 augustus

Zelfportret als verkeersbord, boom, lantaarnpaal

 

 

zondag 19 augustus

De 2600

Ik moest gisteren van 00.22 uur tot 00.48 uur wachten op station Leiden Centraal. Ik was in een nogal ingewikkelde dialoog (of monoloog, maar wel met heel veel verschillende invalshoeken) met mezelf verwikkeld waar ik niet zo blij van werd (en die ook niet hielp) en tegelijkertijd keek ik naar de andere mensen op het perron. Twee vermoeide Vietnamese dames met hele grote koffers, een jong stel dat nu al niks meer tegen elkaar te zeggen had, een jongen van de beveiliging die een hamburger at, een man met zijn spijkerbroek heel hoog opgetrokken en een rugzakje. Soms zie ik andere mensen beter dan andere keren, en nu zag ik ze allemaal heel goed, en het was nogal triest. Iedereen wilde eigenlijk gewoon naar huis, maar thuis was het ook niet best, zoiets.
Toen kwamen er drie conducteurs. Er was er al een, en toen kwamen er twee bij en ze gingen met elkaar praten. Ik hou van conducteurs (niet van allemaal, dat moet ik er bij zeggen, maar dit waren vriendelijke, en ik hou heel erg van vriendelijke conducteurs). De twee nieuwe conducteurs vroegen waar de 2600 was, en toen zei de oude dat de 2600 dood was, en toen kletsten ze wat met elkaar over de dienstregeling. De jongen van de beveiliging, die er eerst zo ongelukkig uit zag, liep naar de conducteurs toe en vroeg hoe hij ook conducteur kon worden. Ik werd er helemaal blij van, en de conducteurs ook, en de jongen ook ('Moet je nog een speciale opleiding hebben?' 'Nee, MBO niveau.' 'Oh, dat heb ik!'). Ik hoop dat hij het wordt, conducteur lijkt me veel leuker dan de beveiliging. Dus eigenlijk kwam het nog best goed. En toen ik thuis kwam, kwam het helemaal goed want de hond was heel blij dat ik er weer was en ik ook.

 

 

De jager

 

 

vrijdag 17 augustus

Poëzie en De Werkelijkheid

Ondanks dat ik deze week enorm afgeleid was, heb ik best veel gedaan. En naast alle kleine en grote dingen die moesten, konden en waren, heb ik vandaag meegedaan aan een poëzieguerilla (het officiële persbericht komt nog, dus verder laat ik me er niet over uit) in Den Haag. Het was weer een wonderlijke ervaring. Soms vraag ik me wel eens af of dingen alleen mij overkomen of dat ze andere mensen ook overkomen maar dat die het gewoon niet merken. Zie hier.

 

 

donderdag 18 augustus

Kapsalon RockHair

 

 

donderdag 16 augustus 2007

De regenboog

Er was eens een regenboog.
Een regenboog is wat er gebeurt als het regent en de zon schijnt. In Hoorn, waar ik vandaan kom, noemt men dat de kippenkermis.
Een regenboog is wat er gebeurt als er dingen gebeuren.

Elke regenboog heeft een pot goud aan het einde.
Geen enkele regenboog heeft een pot goud aan het einde. Dat is maar een verhaal.
(het is mijn verhaal, en het is het enige dat waar is)
Allebei de eindes zijn waar. Je kunt kiezen.

                                                                                   

 

 

woensdag 15 augustus 2007

Zomer

 

Terwijl ik dit schrijf begint het weer te regenen

Ik werd vanochtend heel vroeg wakker van de regen. Ik luisterde naar de regen op het raam. Ik dacht aan hoe vaak ik al 's ochtends naar de regen op het raam geluisterd heb. Vroeger, toen ik nog op de lagere school zat, en daarna in verschillende huizen in verschillende werelden of verschillende levens. Ik schoof het gordijn opzij om vanuit mijn bed naar buiten te kijken. Dat heb ik ook vaker gedaan.
Soms lijkt het alsof ik in cirkels leef, in plaats van in een rechte lijn, en al die cirkels grijpen in elkaar. Het is mooi dat de wereld zich steeds kan vernieuwen, en er niet moe van wordt (weer herfst, weer een nieuwe baby, weer ochtend). Ik hou van de regen en van de herfst, zelfs als die in augustus begint. Ik hou ervan en het maakt me verdrietig, ergens in de bodem van mijn gevoel (zoals in het zand op de bodem van de zee). Of nee, het raakt een stuk van mij dat verdrietig is, eeuwigdurend verdrietig, en dat soms slaapt en soms wakker is.
Ik denk aan Pika toen ze een puppie was, en aan een gesprek dat een echo lijkt van andere gesprekken, gevoerd door mij of door andere mensen, aan hoe toevallig het is dat wij het zijn, nu, in deze wereld. We hadden iedereen kunnen zijn.

 

 

dinsdag 14 augustus 2007

(i'm a river)

 

 

maandag 13 augustus

Scheikunde

Op de middelbare school kreeg ik scheikunde van meneer I. Meneer I. sprak zonder zijn kaken van elkaar te halen en hoewel ik niet slecht was in scheikunde was ik er ook niet in geïnteresseerd. Van zijn lessen zijn me twee dingen bijgebleven. Het eerste is hoe je iemand de ogen moet uitsteken (met je handpalm naar boven) en het tweede is dat we een keer handzeep gemaakt hebben. Hele gore handzeep. Het eerste is het belangrijkste, en ik denk er vaak aan. Je had bij ons op school ook Zelfverdediging Voor Meiden, maar met deze scheikundeleraar hadden we dat niet nodig.
Ik werd vanochtend achterna gelopen toen ik hardliep in het park door een malle eppie in een te groot trainingspak. Hij heeft er ongeveer twee kilometer over gedaan om me in te halen en toen begon hij te spreken in zijn eigen (overstaanbare) taal. Ik negeerde hem omdat dat in eerste instantie vaak het beste werkt maar ik stelde me wel voor hoe ik zijn ogen uit zou steken als hij iets zou proberen. Met mijn handpalm naar boven.
(Voor iedereen die nu ongerust is: het was een totaal onschuldige situatie, er waren overal mensen en ik loop altijd goed in het zicht. Het ergerde me gewoon nogal. Het is vervelend als iemand heel lang in je nek loopt te hijgen en dan heel lang naast je gaat lopen en tegen je praat. Het enige Nederlandse wat hij zei was 'korte broek'. Ik loop namelijk hard in een korte broek. Zeer aanstootgevend, dat geef ik toe.)

 

 

De Grote Zwarte Griezel

Er woont een grote zwarte griezel in mijn doucheputje. Waarschijnlijk schrijft hij nu in zijn torrenweblog dat er een grote roze griezel boven het doucheputje woont - en even voor de goede orde, ik ben beduidend groter dan hij - want we vonden elkaar wederzijds griezelig. Ik heb hem twee keer gezien. De eerste keer liep hij in de badkamer en toen ik binnenkwam rende hij snel het doucheputje in - toen vond ik hem nog niet eng. De tweede keer kwam hij uit het doucheputje naar boven terwijl ik aan het douchen was. Dat was minder. Hij schrok en begon heel hard rondjes te rennen, en ik probeerde hem terug te spoelen het doucheputje in. Ik wist niet zo goed wat ik anders moest doen. Ik kon hem niet oppakken en buiten zetten, want ik stond onder de douche, en hij was heel snel. Ik heb hem niet meer gezien, dus misschien heb ik hem vermoord, en dat spijt me, maar ik denk dat hij het wel overleefd heeft. Hij zag eruit als een taaie tor.

 

 

zaterdag 11 augustus

god deel 2

Ik was net aan het hardlopen in het Zuiderpark en ik kwam een wat oudere dame tegen. Ze hield me staande en vroeg: Mevrouw, kom jij van de heer? Hierbij wees ze naar boven (alsof ik als een troetelbeertje over een regenboog hardlopend naar beneden gekomen was). Ik zei nee, sorry, en ze knikte vermoeid maar niet teleurgesteld. Het was leuk geweest als ik van de heer gekomen was, maar zo was het ook goed.

 

 

vrijdag 10 augustus

god

Ik stel me god (de christelijke variant, boeddha en allah stel ik me anders voor en zeus ook) (waar ik overigens niet in geloof, maar ik kan een goed verhaal waarderen) voor als een kruising tussen oma en Sinterklaas. Ik denk dat god dol is op yahtzee en een advocaatje met slagroom, en dat hij op dinsdag gaat bowlen met Wil van de overkant. Ik denk dat hij niet meer precies kan bijhouden hoe het met de mensheid is, en er soms hoofdschuddend maar berustend naar kijkt en dan weer naar Spoorloos waarbij hij bijna altijd moet huilen. Omdat hij het zelf niet meer zo bijhoudt, en ook wel eens wat vergeet, en omdat het hem ook niet meer zo interesseert, heeft hij helpers (geen zwarte pieten, dat lijkt me meer iets voor Wilders) die de boel bijhouden op een kantoor dat op de Postbank lijkt waar ik ooit gewerkt heb en waar ze chocolademelk drinken uit de automaat en nooit meer dan 32 uur per week werken. Ik denk dat god wel in Nederland woont. Dat kan bijna niet anders. Of misschien woont hij wel overal tegelijk, dat is eigenlijk nog beter, en dat hij dan in elk land hetzelfde en toch anders is.

 

 

donderdag 9 augustus

De Dingen

Er zijn allerlei dingen. Grote en belangrijke dingen. Dat is goed, want zo is het, maar ik word er ook moe van. Ik wil graag kleine dingen. Eergisteren was heel even het liefste wat ik wilde een paard aaien. Een gelukkig paard, ergens in een weitje. Ik hou namelijk heel veel van paarden. Ik geloof niet dat ik nog paard wil rijden, ik geloof dat ik daar nu tegen ben, maar ik zou wel graag een paard aaien.
En paard met een vriend of een paar in een weitje.
Niet een paard op een manege dat in een kleine stal staat en in een kleine bak rondjes loopt met trekkende bonkende mensen met overgewicht erop.
Hoewel zelfs die paarden nog best gelukkig kunnen zijn. Paarden zijn namelijk heel accepterend en zachtaardig en vergevingsgezind. Daar kunnen mensen nog wat van leren.

 

 

En De Dingen Deel 2

Tijdens de Gay Pride zijn verschillende homosexuele mannen mishandeld. Het COC denkt na over maatregelen om het toenemend geweld jegens homosexuelen tegen te gaan. Ik vind niet dat dat alleen een kwestie is voor het COC, ik vind dat het ook een kwestie voor degenen die ons land besturen.
Een maatschappij is een levend organisme. Je kunt niet achterover leunen en denken dat je er bent, zelfs al ben je in de buurt. Nederland, of Amsterdam, is misschien ooit in de buurt geweest, en waarschijnlijk is dat wat we willen denken en niet hoe het echt is.
Ik ben een idealist. Ik ben ook realist. Een samenleving zonder geweld is een utopie. Er is geen enkele samenleving zonder geweld tegen vrouwen, ook al denken we graag van wel, omdat geweld tegen vrouwen door een grote groep mensen geaccepteerd wordt en zelfs noodzakelijk wordt geacht. Had ze maar geen kort rokje moeten dragen.
Geweld tegen homo's (m/v) is ook geaccepteerd. Ik geloof niet in afwijkend gedrag want ik geloof niet in de norm, er is geen norm. Toch moeten we de spelregels duidelijk neerzetten. Geweld tegen homo's, vrouwen, kinderen, dieren is niet acceptabel, onder geen enkele voorwaarde. Racisme is niet acceptabel. Als wij in een gezonde samenleving willen leven dan moeten we daar aan werken.
Ik eis mijn vrijheid op, als mens, in de keuzes die ik maak en in het feit dat ik wil kunnen zijn wie ik ben zonder concessies. En in het verlengde daarvan eis ik de vrijheid van anderen. Die twee zijn met elkaar verbonden en kunnen niet zonder elkaar bestaan.
Als je niks doet dan ben je tegen. Zo simpel is het. Toekijken zonder in te grijpen wordt tegenwoordig gepropageerd, maar als je toekijkt en niks doet terwijl je iets had kunnen doen ben je ook schuldig.
En je kunt nu beginnen.

 

 

dinsdag 7 augustus

Mijn hoofd, mijn hoofd

Ik vergeet nooit iets.
Dat is vast niet waar.
Ik vergeet vast van alles maar ik weet niet wat omdat ik het vergeten ben.
Mijn hoofd is een keukenkastje dat ik niet open doe omdat er dan dingen uitvallen.
Dat is niet waar. Het staat half open, en soms valt er opeens iets uit.
Een woord of een liedje of een tekening of een gedachte. Ze breken nooit als ze vallen.
Ik onthou trouwens niet alleen met mijn hoofd.
Ook met mijn lichaam.
Lucht, huid, geluiden.

 

 

maandag 6 augustus

Een allegaartje

Een paar losse opmerkingen:
Aluminiumfolie kan beschimmelen.
Als ik ooit al een redelijke kok was, dan is dat nu verdwenen. Ik accepteer het maar.
Ik weet opeens hoe mijn huis eruit ziet. Niet het huis waar ik nu woon maar het huis waar ik ga wonen. Het gaat te ver om dat hier te beschrijven, maar als je geinteresseerd bent dan kunnen we het er best eens over hebben.
En een stukje over hardlopen:
Sinds enige tijd doe ik aan hardlopen. Hardlopen klinkt alsof het harder gaat dan het eigenlijk gaat, maar joggen vind ik een vies woord. Ik was een beetje voorzichtig in het begin omdat ik een hardlooptrauma heb van vroeger (lang verhaal) maar het lijkt goed te gaan.
Ik hou van hardlopen omdat het een goede menselijke manier van voortbewegen is. Auto's en vliegtuigen zijn ook nodig, maar het is goed om te voelen waar ik als mens zonder hulpmiddelen toe in staat ben. Ik hou ook van hardlopen omdat ik het mooi symbolisch vind voor de manier waarop ik dingen doe. Ik ben een lange afstandsloper (in de metafoor, in het echt loop ik nog niet zulke hele lange afstanden-), geen sprinter. Maar het meest hou ik van hardlopen omdat het mijn tijd is, waarin ik alleen met mezelf ben en mijn gedachten een vrij monotone kabbelende brij worden. Meestal blijft er na een minuut of vijf een gedachte over die ik herkauw, en soms is er even een tijdje helemaal niks, en soms alleen de eenden aan de kant van de weg en de bomen. Mijn hoofd is een station in de spits normaal gesproken, dus dat is best fijn.
En daarnaast ben ik sterker, fysiek, en dat vind ik ook fijn (dat is weer handig met de piano sjouwen). En ik fiets harder. Zomaar, zonder dat ik dat gepland had.

Ik ben al jaren gefascineerd door enkele schoenen in het straatbeeld.

 

 

zondag 5 augustus

Grijs

Ik word grijs. Of eigenlijk niet grijs maar wit. En niet helemaal wit maar een beetje wit, een paar haren. Net als mijn hond. En die is ook nog niet zo oud. Ze is trouwens jarig vandaag.
Ik vind het niet erg om grijs te worden. Ik vind het wel mooi. Ik vind het wel mooi om een aantal redenen. De belangrijkste is dat ik er ben, nu, en dat ik grijs kan worden, en dat ik niet ergens in de goot lig maar goed op pad ben - waar dat pad dan ook heen gaat. Ik ben best ver weg geweest. Daarnaast verbaas ik me over het verschijnsel dat iedereen op elkaar wil lijken en tegelijkertijd uniek wil zijn. Botox, borstvergroting, tanden bleken. Ik denk dat de schoonheid en de kracht van mensen ligt in het feit dat ze verschillend zijn, en als iedereen er hetzelfde uit zou zien zou er niks aan zijn. Maar de collectieve acceptatie van het collectieve uiterlijk is waarschijnlijk een utopie. Mensen zijn rare wezens. De obsessie met jong van deze tijd verbaast me ook. Zo leuk is opgroeien vaak niet.
Ook heb ik het gevoel dat ik naarmate ik ouder word meer mijn leeftijd word. Daar bedoel ik mee dat ik een heel oud kind was, en dat ik nog steeds vaak twintig jaar ouder lijk dan ik eigenlijk ben, maar dat het nu soms ook gewoon in verhouding is. En soms ben ik jonger. Tijd is een gegeven maar ook een uitdaging (als je bukt, schiet het soms over je heen). Misschien is het goede wel dat het nu niet meer uitmaakt hoe oud ik ben, omdat het niet uitmaakt.

 

 

zaterdag 4 augustus

Schollenpop

Na een goedbedoelde pastasalade die waarschijnlijk gezonder was dan lekker neem ik even de tijd om een verslag te schrijven van de gebeurtenissen van vandaag. Een nieuwe aflevering in het wondere leven van Eva Meijer.
Vandaag moest ik op Schollenpop spelen, een popfestival op het strand in Scheveningen. Ik was er nog nooit geweest maar dat zegt niks, ik kom nergens. Ik wist wel waar het was want dat had ik opgezocht. Ik moest erheen met de piano en vanaf mijn huis was de routeplanner nogal in verwarring. Minder dan twee overstappen was onmogelijk. Met frisse moed ging ik op pad, ik had zelf maar een route uitgestippeld die logisch leek. En ook logisch bleek. Minder logisch bleek de piano. Ik had de standaard aan de voorkant van het karretje bevestigd en daardoor bleef ik bijna overal aan hangen. Als 'Met de digitale piano in het openbaar vervoer' ooit een Olympische sport wordt dan denk ik dat ik Nederland zou moeten vertegenwoordigen. Ik zou niet zo goed scoren op 'Boven je macht tillen' en 'Evenwicht bewaren als de buschauffeur opeens de kolder in de kop krijgt' maar ik zou wel goed zijn in 'Lange afstanden over scheve wegen lopen' en 'Vriendelijk lachen naar mensen waar je hard tegenaan stoot als je de tram verlaat'. En in het behendigheidsparcours zou ik ook goed uit de verf komen, want we zijn erg wendbaar, de piano en ik. En we hebben een goed uithoudingsvermogen, hoewel tegen het einde van de dag het evenwicht bewaren en het tillen moeilijker wordt.
Schollenpop bleek een vriendelijk en fruitig festival met veel vogels (meeuwen en duiven) en mannen met tatoeages. Om rock and roll te zijn moet je een man zijn met een tatoeage. Het goede nieuws is dat in iedereen een man met een tatoeage schuilt, en soms komt die opeens naar buiten. Bij mij gebeurde dat toen ze op het andere podium gingen soundchecken (met meer volume dan ik) tijdens mijn set en toen er opeens een man dwars door me heen (midden in een liedje! wacht toch even tot het liedje afgelopen is! malloot!) vertelde dat er twee kinderen gevonden waren. Op zich goed natuurlijk, je zal ze maar kwijt zijn, maar het ging allemaal een beetje raar. Ik heb het publiek verteld dat ze goed op hun kinderen moesten passen. Een kind is geen zonnebril. Het is niet de bedoeling dat je je kind kwijtraakt. Na het optreden moest ik met zestienjarige jongens op de foto, dat was wel leuk, en daarna heb ik mijn drank- en eetbonnen weggegeven aan dorstige en hongerige types en een hondje water gegeven dat een pakje aanhad en toen ben ik weer naar huis vertrokken met in mijn kielzog drie Limburgers die naar het station wilden. Ze zagen er rood en verwilderd uit, alsof ze uit Limburg waren komen lopen. Ze waren wel aardig.

 

 

vrijdag 3 augustus

Teenslippers, paraplu's, zonnebrillen, armbandjes van festivals en strings.

Ik heb een ontzettende hekel aan teenslippers, paraplu's, zonnebrillen, armbandjes van festivals en strings. Ik vind het slechte uitvindingen. Toen ik een jaar of vijftien was, werd me van verschillende kanten aangeraden strings te dragen. Ik heb er een keer een aangetrokken. Ik vond het niet fijn zitten. Er werd mij verteld dat het zou wennen. Nou, weet je wat: ik wil niet dat het went. Ik wil een string (en teenslippers, enzovoort) gewoon vervelend vinden zitten. En ze dus ook niet dragen. Het is maar dat je het weet.

 

 

donderdag 2 augustus

Hoe het verder gaat

In elk verhaal is er een moment waarop de held niet meer weet waar zij naar toe moet. Hoe ze verder moet, en of, ze heeft honger en buikpijn en hoofdpijn en ze heeft het koud en ze wil alleen maar naar huis maar de weg naar huis is afgesloten en ze weet dat ze door moet, ergens, in de verte van haar gevoel. Ze weet alleen niet meer precies waarom en hoe. Vooral het waarom is cruciaal. Het hoe komt altijd wel goed. Soms komt dit door een toverspreuk, soms is het vermoeidheid, soms verandert de weg onder haar voeten waardoor alles wat bekend was nu onbekend lijkt. Er zijn helpers, dierenhelpers en mensenhelpers, maar uiteindelijk moet ze het zelf doen.
Soms lijkt het dan dus alsof niks belangrijk is en alsof dingen alleen belangrijk lijken -ik denk dat dat niet waar is. Ik denk dat sommige dingen echt belangrijk zijn-.
Ze wil niet naar huis.
Ze ruimt haar huis op en gooit alles weg wat ze weg kan gooien. Gelukkig heeft ze veel spullen.
Als ze iets neerlegt, is ze drie seconden later vergeten waar het ligt. Ze is een groot gedeelte van de dag bezig met zoeken.
Ze doet zeventien keer per dag de afwas. Als het schoon is begint ze gewoon opnieuw.
Ze poetst achttien keer per dag haar tanden.
Ze zag een kraai met witte veren in het park.
Ze laat het geld in de pinautomaat zitten.
Ze zag een zwarte kat op Amsterdam CS die onder de trein doorrende naar de andere kant.

De weg verandert onder mijn voeten. Ik hou mijn hart tegen het licht. Het klopt.
Alles is anders want jij hebt het anders gemaakt.

 

 

woensdag 1 augustus

Oh how I wish it was winter

 

 

Maar zo wil ik niet denken